Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/176

Deze pagina is gevalideerd
160
WAARHEID EN VERDICHTING.

bijvoegende dat het onderzoek naar de oorzaak en het doel van dit droppelen nog van jongen datum is. Eerst in '78 en 79 toch hield Dr. J.W. Moll zich dáármede, in het botanisch laboratorium van de Utrechtsche Universiteit, meer bijzonder bezig; de uitkomsten van zijn onderzoek, steunende op een groot aantal proeven met verschillende planten, werden in 1880 in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Academie van wetenschappen medegedeeld.

Wil men er eenigszins nauwkeurig op letten, dan zal men dit droppelen onder gunstige omstandigheden bij vele planten waarnemen. Deze waarnemingen moeten echter plaats hebben in den sterksten groeitijd, 's avonds of 's morgens vroeg, wijl het aldus uitgestorte water overdag verdampt. Ook bij de hierboven genoemde plant is dit in sterkere mate het geval, naarmate de conditiën voor haren groei gunstiger zijn; maar hoe sterk dit ook zij, het zal niemand die het ziet moeilijk vallen, met het oog op Muntingh's mededeeling, waarheid van verdichting te onderscheiden.