Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/55

Deze pagina is gevalideerd
39
ADAM'S GOUDEREGEN.

Over het raadselachtige verschijnsel, dat de bloei van den hierboven genoemden heester oplevert, is reeds veel gesproken, ook veel geschreven; ik zelf koos dien heester eens tot onderwerp van een uitvoerig opstel [1], en sedert kwam ik er herhaaldelijk, nú hier dán daar, met enkele woorden op terug.

Dit kan mij evenwel niet beletten nog eens het een en ander op dien heester betrekking hebbende ter sprake te brengen, waartoe ik niet alleen aangespoord wordt door zijn tegenwoordigen zeer fraaien bloei, maar ook door de herhaaldelijk verkregen overtuiging, dat hij nog geheel onbekend is aan velen, terwijl niet weinigen hem tijdens den bloei met verbazing aanstaren, zich afvragende of zij waken of droomen, en maar niet tot het begrip kunnen komen van wat ze eigenlijk zien [2].

Ze hebben dan een jaar of wat geleden een heester gekocht of naar keuze van hun boomkweeker of tuinman ontvangen, onder den wel wat vreemd klinkenden naam Cytisus Adamii,[3] en toen die ging bloeien waren ze er vrij wel over voldaan. Ze zagen dat die in groeiwijze en bladvorm overeen-

  1. Onder den titel „Een Geheim" verscheen dit aanvankelijk in het tijdschrift Nederland; later werd deze novelle afzonderlijk uitgegeven door den heer A.W. Sijthoff, te Leiden.
  2. Dat dit niet geheel overbodig is blijkt hieruit. dat men steeds voortgaat mij jaar op jaar opheldering daarvan te vragen.—(a)
    (a) Toevallig lag er, nadat dit geschreven was, een brief in de bus, van iemand, die mij meldde het tot zijn verbazing gezien te hebben in den tuin van de herberg „Ik leer nog", onder Soeterwoude. Op al zijn omzwervingen (de briefschrijver voegde erbij dat hij thans op zijn 27e woonplaats woonde) had hij dit nog nooit gezien, en, in de veronderstelling „er mij en der wetenschap een dienst mede te bewijzen", deelde hij 't mij mee. Dit was nu een attentie, waarvoor men steeds erkentelijk moet zijn. Meestal echter wordt er opheldering van gevraagd, dat geen bagatel is, immers als men de zaak zoo duidelijk voorstellen wil, dat ze voor een leek, althans tot op zekere hoogte, bevattelijk wordt.
  3. Witte bedoeld ongetwijfeld + Laburnocytisus 'Adamii' (Wikisource-ed.)