Pagina:Zola - J’accuse…!, paru dans L’Aurore, 13 janvier 1898.djvu/20

Deze pagina is proefgelezen

heeft het beoordeeld, en heeft het onlangs nog voor een tweede keer beoordeeld.

We hebben dus alleen nog het borderel waarover de experts het niet eens zijn. Men vertelt dat de rechters in de raadskamer natuurlijk tot vrijspraak zouden komen. En vanaf dat moment, omdat men begrijpt dat men daar beslist niet omheen kan, wil men de veroordeling rechtvaardigen door te verklaren dat er een geheim stuk bestaat, zeer bezwarend, een stuk dat men niet kan tonen, maar dat alles legitimeert, waarin wij zullen moeten berusten, de goede, onzichtbare en onkenbare god. Ik ontken het bestaan ervan, ik ontken het met al