Petrus Donders/Jaargang 14/Nummer 6/Een terugblik en vooruitblik
‘Een terugblik en vooruitblik’ door M. van Grinsven C.ss.R. |
Afkomstig uit Petrus Donders. Tijdschrift van de eerw. pp. Redemptoristen voor hunne Missie in Suriname, jrg. 14, nr. 6 (juli 1934), p. 132-134. Publiek domein in de EU. |
Een terugblik en vooruitblik
Een Latijnsch spreekwoord zegt: „Ook boeken hebben hun geschiedenis”. En dit geldt nog meer voor tijdschriften, ook voor ons missie-tijdschrift.
Geboorte, groei, ontwikkeling, vollen wasdom kan men daarbij onderscheiden.
Ons tijdschrift verscheen voor ’t eerst in 1920, ingeleid door Z. H. Exc. Mgr. Van Roosmalen, Apostolisch Vicaris van Suriname, gezegend door Zijne Eminentie Kard. Van Rossum, Prefect der Propaganda, met vreugde begroet door alle missie-vrienden, vooral door de leden van het „Hofbauer-Liefdewerk”, welks naam het aanvankelijk zou dragen. Op de vraag, hoe dikwijls het zou verschijnen, werd geantwoord: „Voorloopig om de drie maanden. Maar van ganscher harte hopen wij, dat ge ons door Uw ijverige propaganda dwingt het veelvuldiger te doen uitkomen” . En zoo zagen wij het eerste jaar slechts 4 afleveringen van 24 bladzijden.
Reeds het 2de jaar werd de wensch naar een veelvuldiger verschijnen vervuld, werd het „Hofbauer-Liefdewerk” een 2-maandelijksch tijdschrift van de Surinaamsche Missie. Zóó bleef het tot en met den 4den jaargang. Toen, in ’t voorjaar van 1924, greep een aanmerkelijke verandering plaats, niet wat den inhoud van ons tijdschrift betreft, doch met betrekking tot zijn uiterlijk. Het tijdschrift bleef wel bestemd voor de leden van het „Hofbauer-Liefdewerk”, bleef wel de belangen der Surinaamsche Missie behartigen, doch de Redactie had ’t raadzaam geoordeeld het tijdschrift voortaan te noemen naar den Eerbiedwaardigen Petrus Donders, den heiligen missionaris der Surinaamsche Missie, den Apostel der melaatschen van Batavia, naar wiens voorbeeld en onder wiens bescherming de leden van het „Hofbauer-Liefdewerk” voor die arme Missie en bijzonder voor hare arme melaatschen ijveren. Zoo verscheen in Juli 1924 het eerste nummer van „Petrus Donders” met op den omslag het nieuwe portret van den Eerbiedwaardige door den Roermondschen kunstschilder Albin Windhausen.
Nu het tijdschrift den naam van onzen eigen Nederlandschen en Surinaamschen „Heilige” droeg, zou voortaan nog meer dan in het verleden over den Eerbiedwaardigen Petrus Donders worden geschreven, zijn vereering nog meer worden behartigd. Onze trouwe lezers en lezeressen herinneren zich de vele bijdragen van [ 133 ]Pater Van Tooren over zijn heiligen medebroeder, met wien hij nog het geluk gehad heeft geruimen tijd in hetzelfde klooster te wonen. Ook menige gebedsverhooring van den Eerbiedwaardigen Pater Donders werd reeds in ons tijdschrift opgenomen.
Tien jaren lang heeft ons tijdschrift „Petrus Donders” zoo zijn zegenrijk werk gedaan, kennis en liefde voor de Surinaamsche Missie bijgebracht en onderhouden, onzen Eerbiedwaardige in breeden kring nog meer doen kennen, vuriger doen vereeren, vertrouwvoller doen aanroepen, ijveriger doen navolgen.
Het gevolg daarvan is geweest, dat de Redactie, welke intusschen aan ons is opgedragen, besloten heeft tot een nieuwe uitbreiding van ons tijdschrift, tot nog krachtdadiger behartiging van de belangen der Surinaamsche Missie en van de vereering van Pater Donders, tot een nauwer band tusschen de schrijvers eenerzijds en de lezers en lezeressen anderzijds. Ons tijdschrift zal, zonder eenige verhooging van den abonnementsprijs (deze blijft ƒ 1.25), voortaan, te beginnen met September a.s., maandschrift zijn, gedeeltelijk als devotie-tijdschrift gewijd aan de vereering van den grooten Apostel der Surinaamsche melaatschen, gedeeltelijk als missie-tijdschrift aan al de belangen der Missie van Suriname.
De omstandigheden van deze uitbreiding schijnen wel gunstig. Suriname vraagt als Nederlandsche Kolonie in den laatsten tijd steeds meer aller aandacht. Het katholiek Missiewerk aldaar groeit in zich en wekt en trekt steeds meer belangstelling. Onlangs — Dec. 1933 — werd dankbaar herdacht, hoe twee en een halve eeuw geleden (1683) de eerste missionarissen in Suriname voet aan wal zetten. Het „Hofbauer-Liefdewerk” tot steun der Surinaamsche Missie wordt in ons vaderland allerwegen steeds meer ingeburgerd.
De vereering van het „heilig Peerke” van weleer gaat steeds vooruit, is als de opgegane zon aan den hemel der Kerk, welke steeds hooger stijgt, totdat ze hare volle middaghoogte bereikt bij de zalig- en heiligverklaring. Tilburg, zijn geboorteplaats, thans 125 jaar geleden tot stad verheven, erkent met katholieke fierheid, dat in datzelfde jaar 1809 aan Tilburg ook zijn hoogste glorie werd geschonken bij de geboorte van Petrus Donders. Het bisdom van ’s-Hertogenbosch, geestelijkheid en volk, ziet in hem het kind van uitverkiezing, den voorbeeldigen weversgezel, den heiligen priester, in zijne Seminariën gevormd, een voorspreker voor al zijn godsdienstige belangen. Geheel ons missielievend vaderland ziet met bewondering op naar dien Missieheld, zich zonder voorbehoud gevend aan God en aan de zielen in zijn missieland Suriname, ruim 44 jaren lang, voor het welzijn van lichaam en ziel [ 134 ]der arme melaatschen een waren „apostel”, meer dan 26 lange jaren. Nog pas ontstond, onder goedkeuring van Z. H . Exc. Mgr. Diepen, in zijne bisschopsstad, in het Redemptoristenklooster aldaar, de „Pater-Dondersvereeniging” om volgens de wetten en in den geest der Kerk de vereering van den Eerbiedwaardigen Petrus Donders te bevorderen.
Moge dan, onder deze omstandigheden, ons „Petrus Donders Tijdschrift”, gewijd aan de vereering en aan de Missie van den Eerbiedwaardige, tevens orgaan van het „Hofbauer-Liefdewerk” en van de „Pater-Dondersvereeniging”, door Gods onmisbaren zegen steeds meer groeien en bloeien!
Dat verkrijge ons de Eerbiedwaardige Petrus Donders!
’s-Bosch (St. Josephstr. 13) 20 Mei 1934.