Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant/1847/Nummer 19/Batavia, den 30sten December

‘Batavia, den 30sten December [1846]’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, zaterdag 6 maart 1847, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

BATAVIA, den 30sten December.

De uit Japan ontvangene tijdingen doen zien, dat de in der tijd door Z. M. den Koning der Nederlanden aan den Keizer van Japan gezondene geschenken, den 28sten November van Decima afgehaald, en, onder geleide van een groot aantal Japansche beambten naar Jedo overgebragt, aldaar den 24sten Januarij 1846 aangekomen waren. In de groote zaal van het kasteel tentoongesteld zijnde, waren de voorwerpen door den Keizer, den kroon-generaal en zijne rijksgrooten in oogenschouw genomen geworden. De Keizer had veel tevredenheid over dezelve doen blijken en inzonderheid had ’s Konings afbeeldsel zijne bewondering opgewekt.
Op den 10den Februarij en den 18den Maart van datzelfde jaar is de hoofdstad Jedo door eenen hevigen brand geteisterd geworden, zoodat een groot gedeelte derzelve is vernield.
— Aangaande de Nederlandsch-Indische aangelegenheden, zegt de Singapore Free Press het volgende:
„Hoewel de expeditie tegen Beliling en Karang Assam eenen voor dien oogenblik beslissenden uitslag had, blijkt uit latere berigten, dat de wederstand jegens de Nederlanders slechts voor eenigen tijd verlamd, maar geenszins geheel vernietigd was. De betaling van den eersten termijn der oorlogskosten, bepaald bij de verdragen, is geweigerd en er heerscht de grootste afkeer van de Nederlanders. De gouverneur-generaal is er daarom ernstig op bedacht, om bij den aanvang van dit jaar eene nieuwe expeditie derwaarts te zenden.”