Radiotoespraak Wilhelmina 25 december 1940
Radiotoespraak Wilhelmina 'Kerstgroet 1940' op Radio Oranje | |
Auteur | Wilhelmina der Nederlanden |
Genre(s) | Radiotoespraak |
Brontaal | Nederlands |
Datering | 25 december 1940 |
Bron | Radio Oranje-uitzending 24 december 1940 + ? |
Auteursrecht | Publiek domein |
Sedert ik het laatste door de radio tot u sprak staan voor onzen bondgenootschappelijken strijd de zaken er reeds veel beter voor en kunnen wij met toenemende hoop en vertrouwen in de toekomst zien. Dat dezehoop spoedig in vervulling moge gaan is uw en mijn vurigste wensch. Tot dat oogenblik is een geduldig afwachten, zonder overijld handelen, voor u allen verstandig beleid en wel begrepen landsbelang. Ook daarin ligt groote kracht.
Uwe standvastigheid, uwe eensgezindheid, uw vastberaden, lijdelijke weerstand onder de dwingelandij, die u wordt opgelegd, geven mij groote voldoening en vervullen mij met rechtmatigen trots. Weest verzekerd, dat ik mij rekenschap geef van al uwe moeilijkheden en beproevingen en dat ik daarin voortdurend met u medeleef. Ik bid God dat, ondanks al hetgeen u dit jaar het komen in de ware kerststemming zoo heel moeilijk kan maken, het toch in den vollen, diepen zin kerstfeest voor u zij.
Er staat mij voor den geest een Schriftwoord, dat de kerstboodschap in haar geheel bevat; het luidt in nieuwe vertaling: „Het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet overmocht".
Al het kwaad in deze wereld, door alle eeuwen heen is niet bij machte geweest Gods eeuwige, ondoorgrondelijke, onuitputtelijke, ontfermende liefde, die zich in haar volle heerlijkheid aan ons geeft in het Kindeke in de kribbe van Bethlehem, te veranderen of te verzwakken. Christus' licht schijnt door alle duisternis heen.
Dit Schriftwoord getuigt van eene weergalooze worsteling van alle donkere, booze machten, gevoerd met alle geestelijk en stoffelijk wapentuig, waarover zij maar kunnen beschikken, met als doel de onderwerping van den mensch, de samenleving en het wereldbestel aan hun heerschappij; alle vrijheid en alle goederen die voor de menschheid een heilig bezit zijn, met vernietiging bedreigend.
Daartegenover Christus, strijdend in de wapenrusting van de liefde, met alle wapens, welke deze weet te smeden; onoverwinlijk omdat Hij zich gedragen weet door de liefde zijns Vaders; met dat eene vaste doel voor oogen: de redding der menschen uit de macht van den booze. Deze kerstboodschap zij het geheim van onze kracht en weerstand, ook in het huidige tijdsgewricht; het anker, waaraan ons innerlijk leven vastligt. Ons geestelijk leven is gebouwd op een overwinning, die wij ieder persoonlijk tot de onze moeten maken op soortgelijke wijze als wij in den oorlog, dien wij thans voeren ieder onze bijdrage moeten leveren tot de algemeene en algeheele zege; namelijk door den inzet van ons geheele willen en kunnen.
Slechts het strijdend geloof is levend geloof, waarmee men wonderen van kracht kan volbrengen. Alleen levend geloof stelt onze harten open voor den vrede en de groote blijdschap van het Kerstevangelie. Ik besluit met een persoonlijk woord tot allen, die het moeilijk hebben en in zorgen verkeeren. Ik denk hier aan de dreigenden honger en koude, het gebrek aan kleeding en dekking, ik denk niet minder aan de vele tranen die geschreid worden om het gemis van dierbaren, die heengingen, ik denk aan de smartelijke scheiding en de zorgen over hen die weggevoerd werden, ik denk aan al dat diepe innerlijke lijden bij aangedaan onrecht, bij vertrapte vrijheid, om verwoest geluk en uitgedoofde blijdschap. Spoedt u allen zooals gij zijt, met uw lasten en zorgen naar het Kindeke in Bethlehem in ootmoed en overgave. Daar zal zich het wonder van zijn geheimenis aan u volbrengen; daar zal allengs de nacht in uw leven veranderen in de heerlijkheid van den kerstnacht.