Dit is een overzicht van de (vertaalde) paragrafen van boek LXXII

9

IX bewerken

Daar Marcus een keurbende (d.i. een legioen) had uit Meliteensche krijgsknechten, die allen Christus vereerden, kwam een Bevelhebber van de hofbenden (d.i. praefectus praetorio) tot hem, terwijl hij radeloos in de slag en hopeloos voor zijn ganse heer was geworden, en zei: „Zij, die Christenen worden genoemd, kunnen alles door bidden verwerven , en er is een ganse keurbende van zulke mensen in het heer (d.i. leger)." Dit vernemende, verzocht Marcus hun, tot hun God te bidden: zij deden het, en God verhoorde hen terstond, versloeg de vijand door onweer en verkwikte de Romeinen door regen. Marcus, hierover getroffen, gaf een vererend bevelschrift omtrent de Christenen en noemde hun keurbende de "bliksemende", waarvan nu nog wordt gezegd dat er een brief van Marcus over bestaat.
[overgeleverd door Xiphilinus]