Rotterdamsche Courant/1824/Nummer 132/Londen den 29 October
‘Londen den 29 October’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Rotterdamsche Courant, dinsdag 2 november 1824, [p. 1]. Publiek domein. |
LONDEN den 29 October.
Kolonel Campbell is van Columbia hier aangekomen, zoo men verhaalt met een zeer gunſtig rapport der engelſche commisſarisſen over den inwendigen toeſtand van die Republiek. Evenwel gelooft men niet, dat het britſche Miniſterie ſpoedig tot een beſlisſenden ſtap, betrekkelijk de onafhankelijkerkenning derzelve, zal overgaan en dat daarvan de tegenwoordige oorlog, welke zij in Peru voert, de hoofdreden is.
— Van Nieuw-Orleans ſchrijft men, dat het eene uitgemaakte zaak zijn zoude, dat er een eskader in zee zal ſteken, beſtaande uit de North Caroline van 74 ſtukken, het fregat Conſtitution en eenige kleine ſchepen, onder bevel van commodore Rogers. De ware beſtemming van hetzelve wordt niet gemeld, maar men denkt, dat het als obſervatie-eskader moet dienen en dat het doel van deze uitrusting in verband ſtaat met de inzigten, die vreemde Mogendheden welligt tegen de onafhankelijkheid van Mexico en het zuidelijk vasteland konden hebben.
Er zijn brieven van Mexico en van Alvarado van de helft van Augustus, over New-IJork aangekomen, doch dezelve behelzen geen nieuws; de generaal Bravo, die preſident der Republiek worden moet en dus de uitvoerende magt, welke tot nog toe aan drie perſonen toevertrouwd was, alleen op zich nemen zal, bevond zich in de hoofdſtad en de generaal Victoria was met eenige troepen naar Oaxaca vertrokken, in welke provincie door de partij van Iturbide onlusten waren veroorzaakt. Men dacht algemeen, dat, zoo men daar onderrigt is van het lot, dat Iturbide ondergaan heeft, de rust er, zelfs zonder tusſchenkomst der gewapende magt, ſpoedig herſteld zijn zal.
— Over Jamaïka zijn er brieven van Panama tot den 10 September, welke verzekeren, dat Bolivar met omtrent 8000 Columbianen bij Truxillo ſtond, of liever te Patavilca, tusſchen Truxillo en Lima, terwijl een ander gedeelte zijner troepen tot bij Pasco voortgerukt was. Hij maakte zich gereed, om ook vooruit te trekken; de Spanjaarden weken naar den kant van Junja en zouden de verdediging van het fort van Callao aan de ſpaanſche bezetting, welke daarin lag, overlaten.
In Columbia worden alle mogelijke pogingen in het werk geſteld, om aan Bolivar verſterkingen in troepen te doen toekomen. Te Panama is reeds eene diviſie van 1,500 man ingeſcheept, die naar Guaijaquil gezonden moet worden, onder het bevel van generaal Bellaro, welke in den ſpaanſchen oorlog onder den hertog van Wellington diende; nog werden er te Panama drie duizend man van Carthagena tot hetzelfde einde verwacht.
Van Guaijaquil ſchrijft men den 24 Julij, dat Callao ſtreng geblokkeerd wordt.
— Men verhaalt, op geloof van een bijzonderen brief van Rio-Janeiro, dat de Preſident der Vereenigde Staten van Amerika de onafhankelijkheid van Brazilien, onder het beſtuur van keizer Pedro I, formeel erkend heeft.
— Den 29 dezer waren de 3 per cents gereduceerden 95 en 3 achtſten; dito geconſolideerden 96 en 1 achtſte; de actien van de bank 234; Spanje 20 en 1 half; franſche leening 14 en 7 achtſten. De wisſel op Amſterdam 12 en 2, op zigt 11 en 19, en op Rotterdam 12 en 3.