[2]
Vestigen wij nader de aandacht op het vraagstuk der slijting door eene tafel, die het gewicht op elk wiel, zoowel bij breed als bij smal spoor, aanwijst:
Personen-treinen. Snelheid: vijf-en-twintig Eng. mijlen in het uur.
|
|
Spoor van vier voeten. Gewicht op één enkel wiel.
|
Spoor van drie voeten. Gewicht op één enkel wiel.
|
Drijfwiel.
|
8000 t
|
6250 t
|
Truck der locom.
|
5000
|
2500
|
Tender
|
7650 (?)
|
3500
|
Bagage-wagen
|
4000
|
3000
|
Personen-rijtuig
|
4760
|
1780
|
De schokken en slagen bij den overgang van de zware lasten bij groote snelheid werken zeer vernielend op den bovenbouw van de baan. De lichtste wagen bij breed spoor weegt ongeveer 16 tot of 32,000 ponden ledig, en hamert de spoorstaven en hare verbinding met een gewicht van vier duizend ponden op elk wiel. Bij eene snelheid van 25 tot 30 Eng. mijlen in het uur wordt de beste spoorstaaf vij of zes jaren vernield. Een personen-rijtuig voor een spoor van drie voeten daarentegen zoude de staaf slechts beuken met 1500 ponden per rad. Hetzelfde geldt voor de locomotief. Deze weegt dertig tonnen en haar tender geladen ongeveer zeventien tonnen: gezamenlijk gewicht c.c. 47 ton, of bijna zes ton op elk drijfwiel.
Het Fairlie-stoomwerktuig, vervaardigd voor smalle banen, draagt zijne geheele lading, hout en water er onder begrepen, op de drijfwielen. In stede van eene machine, die 47 tot 50 ton weegt om een vermogen van 20 te verkrijgen, hebben wij er eene van slechts 20 tonnen gewicht, dat, verdeeld over acht raderen, 2½ ton druk per wiel geeft in plaats van 6, zooals bij het breede spoor. Niet alleen op de baan, maar ook op het rollend materiëel oefenen de schokken nadeelige werking uit. Het rad ontvangt een slag van gelijk gewicht als dien het toebrengt aan de spoorstaaf en die overgebracht wordt op de as, behalve wat opgenomen wordt door de veren. Besparing van dood gewicht is evenveel vermindering van het vernielend vermogen, en door geringeren druk op elk wiel kan bij het smalle spoor geen enkele schok worden verwerkt, zoo ontzettend als hij het breede. De schrijver beweert dat, als een trein van vijftig reizigers over eene baan loopt, waar eene verbinding tusschen twee spoorstaven bezweken is, de trein bij breed spoor eene reeks van schokken zal hebben teweeggebracht, beloopende 6,891,840 ponden, terwijl hij bij smal spoor slechts eene kracht zal ontwikkelen van 3,248,640 ponden. Brandstof, olie en slijting verminderen in gelijke verhouding. De posten: beambten, algemeen beheer, winst en verlies, bureeluitgaven, enz. worden niet eens gerekend.
De besparing op verschillende uitgaven kan geschat worden als volgt:
|
Verhouding der uitgaven.
|
Percentsgewijze besparing door smal spoor.
|
Herstelling van de baan
|
0,166
|
0,055
|
IJzer voor vernieuwingen
|
0,129
|
0,065
|
Herstelling van gebouwen
|
0,037
|
|
Belastingen
|
0,038
|
|
Herstell. van machine en wagens
|
0,200
|
0,070
|
Algem. uitgaven, beambten
|
0,123
|
|
Brandstof, olie, slijting
|
0,125
|
0,011
|
Verlies, schadevergoeding, beheer
|
0,030
|
|
Diversen
|
0,052
|
0,017
|
|
|
|
|
0,900 (*)
|
0,248
|
Het smalle spoor zal dus voor een vierde der kosten minder kunnen geëxploiteerd worden dan het breede, en waar de verhouding van de uitgaven tot de bruto-inkomsten zeventig ten honderd beloopt, zoude zij dus dalen tot 52½, ja, bij de uiterste spaarzaamheid, gelijk het comité beweert, zelfs tot 45%.
Het verbruik van kracht volgt bij goederentreinen de verhouding 35 : 54, en bij personentreinen 11 : 30.
V. KUNNEN DE LOCOMOTIEVEN VOOR SMAL SPOOR VERMOGEN EN SNELHEID GENOEG HEBBEN OM AAN DE ALGEMEENE EISCHEN TE BEANTWOORDEN?
Het comité antwoordt op deze vraag zonder aarzeling ja, om de volgende redenen:
1o omdat zij het dagelijks doen, en ieder, die het vraagstuk wenscht te bestudeeren, slechts de wegen behoeft te bezoeken, waar zij in gebruik zijn;
2o omdat de bestuurders van de breede banen hunne zwaarste locomotieven wegnemen, zoodra dit zonder verkwisting gedaan kan worden, de voorkeur gevende aan een grooter getal treinen boven de buitengewoon zware, daar het breken van zoovele ijzeren onderdeelen, als stangen, banden, stroppen enz. en het ontzettend beuken van de spoorstaven, dwarsliggers, als anderszins, de kosten hooger doen stijgen dan de vermeerdering van het getal treinen en beambten;
3o omdat, bij doelmatigen vorm van constructie, de locomotieven vermogen genoeg kunnen hebben om zooveel wagens te treken als naar de regelen van voorzichtigheid en spaarzaamheid in één trein kunnen worden saamgevoegd, en omdat zulk een trein even veilig kan worden bestuurd op smal spoor als op breed; daar de verhouding van het dood gewicht veel minder is, zal hetzelfde getal trein-beambten op het smalle spoor meer betalende vracht beheeren, als de tonnenlast bij beide sporen gelijk is;
4o als de advocaten, zoowel van breed spoor als van smal, erkennen, dat de treinen te snel loopen, tegen het belang van de banen en van het publiek, en dat snelle treinen niet beantwoorden aan den eisch der zuinigheid;
5o dat het niet moeilijk is bij smal spoor even snel te loopen als op de meeste breede sporen, zijnde dit alles, wat het publiek verlangt, en dat men, door op dit punt inzonderheid spaarzaamheid aan te bevelen, het ware belang van het algemeen behartigt;
6o. dat de locomotieven van den smalle Rio-Grande and Denver volkomene voldoening geven, zoowel wat snelheid als vermogen betreft. Eene goederen-locomotief van zeventien tonnen heeft met gemak een trein van vier en twintig wagens gesleept over een hellend baanvak van zeven Eng. mijlen lengte, dat gemiddeld veertig voeten per mijl steeg, terwijl vier mijlen daarvan eene helling hadden van vijf en zeventig voeten per mijl. Ziehier de ontleding:
Bruto-gewicht van den trein.
4 ledige achtraderige hooge wagens, elk
|
8000
|
pd.
|
|
32000
|
12 ledige achtraderige platte wagens, elk
|
6000
|
»
|
|
72000
|
8 geladen achtradige platte wagens, elk
|
6000
|
»
|
48000
|
|
Lading dezer 8 wagens, op elk
|
16000
|
»
|
128000
|
176000
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
280000
|
of 140 tonnen. Locomotief 17 tonnen. Totaal 157 tonnen.
Eene personen-locomotief van 12 tonnen heeft op dezelfde helling, met eene snelheid van vijftien Eng. mijlen in het uur, getrokken:
5
|
platte wagens, elk 6000 pd.
|
30000
|
|
lading (spoorstaven), op elk 16000 pd.
|
80000
|
|
|
|
|
|
110000
|
of 55 ton. Locomotief 12 ton. Totaal 67 ton.
Maar een nog merkwaardiger tocht was die van eene der personen-locomotieven, die 181 Eng. mijlen liep met slechts 2340 ponden kolen, den gewonen trein sleepende van twee personen-rijtuigen en één bagage-wagen. Van dezen afstand hadden 102 mijlen eene gemiddelde klimmig van veertig voeten per Eng. mijl en 8 mijlen eene klimming van vijf en zeventig voeten per mijl.
De personen-treinen op die baan hebben dikwijls, bij volkomene veiligheid, eene snelheid bereikt van dertig Eng. mijlen in het uur, en met minder schommeling dan op breede nieuwe banen waar te nemen valt.
De bouw en exploitatie van den smallen Denver and Rio-Grande zijn met zorg door experts onderzocht geworden, waaronder vele voorstanders van het breede spoor, die zullen toestemmen, dat de onderneming voortreffelijk geslaagd is, en dat de locomotief voor smal spoor »vermogen en snelheid genoeg heeft om aan de algemeene eischen te beantwoorden.”
VI. PERSONEN-RIJTUIGEN.
De personen-rijtuigen op de smalle banen in Europa en Amerika zijn, in overeenstemming met de verschillende spoorwijdten, bewonderenswaardig ingericht, wat afmetingen en ruimte betreft, allen overeenkomende in het gewichtigste punt: de verhouding van dood gewicht tot elken vervoerden reiziger is veer geringer dan bij breed spoor.
De eerste Amerikaansche rijtuigen voor smal spoor, vervaardigd door de heeren Jackson en Sharp, te Wilmington in Delaware, en in gebruik op den Rio-Grande and Denver, zijn veertig voeten lang, zeven voeten breed buitenwerks, zeven voeten en zes duimen hoog, met twee stellen van vier raderen; elk wiel is 24 E. duimen in middellijn. Zij wegen 12,000 pd. en kunnen elk 36 passagiers bevatten. De bodems zijn slechts 27 E. duimen boven de spoorstaaf, zoodat het zwaartepunt zeer laag kan vallen. Hierdoor hebben de wagens veel vastheid of stabiliteit, en schommelen onder het rijden minder heen en weer of op en neer dan bij het breede spoor. De zitplaatsen zijn dubbel aan de eene zijde en enkel aan de andere, hebbende de eene helft der lengte van het rijtuig de dubbele zitplaatsen rechts en de andere helft links, zoodat het gewicht gelijkelijk verdeeld is. De enkele zitplaatsen zijn negentien E. duimen breed of lang, de dubbele zes en dertig, de gang zeventien. Zoo het raadzaam wordt geacht, kan er geen ernstig bezwaar tegen zijn de breedte van het rijtuig op acht voeten te brengen, en dus de enkele zitplaatsen op 22 dm., de dubbele op 39 en den gang op 23.
Deze rijtuigen zijn uitstekend bewerkt, versierd en bekleed, en even goed als de beste van de eerste klasse op de breede banen. Zij geven besparing in dood gewicht, slijting en onderhoud.
Het is gemakkelijk enkele tot slaapvertrek in te richten.
Rolle, aan het meer van Genève,
31 Aug., 1872.
S. E. W. ROORDA VAN EYSINGA.
(Wordt vervolgd.)
(*) In de decimalen der eerste kolom schijnt eene fout te zijn geslopen, daat het totaal wel 1,000 in plaats van 0,900 zal moeten bedragen.
|
|