Theo van Doesburg/Brief aan Chris Beekman/3

Brief aan Chris Beekman,
28 mei 1918

Auteur Theo van Doesburg
Genre(s)
Brontaal Nederlands
Datering 2006
Bron Lieske Tibbe, Een revolutie gaat aan gekijf ten onder. De Stijl en de 'Russische kwestie', najaar 1919, 2006.
Auteursrecht Publiek domein
[p. 1]

Beste Beekman,
Je briefkaart + brief heb ik gretig gelezen. Ik ben het natuurlijk in de meeste (hoofd)punten met je eens, alleen meen ik, dat je de verhouding van die lui onderling wat al te ideeël opvat. M'n ondervindingx heeft me geleerd
(x eerst met "De anderen", daarna met: De Sphinx en nu met "De Stijl") daarin wat pessimistischer te zijn.
Wanneer de individueele handelingen van iemand het groote doel benadeelt gaat het ons wel degelijk aan. Ik wil daarom nog eenmaal - en voor 't laatst - mijn inzichten, versterkt door je laatste brief daaromtrent, in 't kort uiteenzetten - dan weet je precies wat je aan mij hebt - en spreken we er niet meer over.
Ik vraag mij af, of wij wel in "een rechte lijn, de grootst mogelijke kracht & snelheid zullen ontwikkelen wanneer wij met lui in zee gaan, die (de feiten toonen het) niet het goede, maar het slechte in anderen zoeken, niet hun verdiensten, maar hun fouten, menschen die niet in een rechte lijn maar in een kronkelige zich voortbewegen. Je moet beseffen kerel, dat dit niet zijdelings de groote zaak gaat - de veralgemeening, de collectieve


[p. 2]

mentaliteit - maar deze wel degelijk raakt. Je moet het hiermede eens zijn met mij, wat ik ook bevestigd zie door je gevoel over Oud: "En hopen wij in hem een nieuwe medestrijder te zien, dat is een heel mensch".
Juist kerel ! dat is het. Een heel mensch. Wij hebben, willen wij in een rechte lijn op ons doel afstevenen en de grootste kracht & de grootste snelheid bereiken, heele en geen halve menschen noodig. (Ik doel hierbij op niemand !)
Die met ons mee willen moeten zelf de zaak zijn en niet "wel voor de zaak voelen". Wanneer we we wederkeerig de overtuiging hebben de zaak-zelf-te zijn, geheel en al, komt in de plaats van wantrouwen, vertrouwen in elkaârs persoonlijkheid. Het spreekt dan immers van zelf, dat ieder met de hem aangeboren natuurlijkheid (individualiteit) hetzij zwak of sterk, al naar zijn individualiteit het wil, de de zaak zal dienen. Zóó wordt de individualiteit het werktuig van het Ideaal. - Anderen kunnen er over denken zoo ze willen, maar ik heb steeds gehandeld en zal steeds meer handelen volgens deze inzichten.
Blijkt het daarentegen uit feiten (ik doel hier op Wils die desertie pleegde en overliep naar het kamp der demi-modernen, wier opvattingen wij juist bestrijden) dat zij de algemeene zaak gebruiken om hun natuurlijkheid te dienen, dus net andersom, dan is het onze moreele plicht ons van hen te ontdoen en hen in hun opportunisme te laten gaar koken - Basta.-
Nu ter zake:
Kerel er is weer zooveel gebeurd dat wijst op de verwerkelijking onzer idealen: Ten eerste kwam bij mij in de Open Brief van [bl.II] Huebner met het verzoek deze in "Stijl" te publiceeren met een antwoord. Het stuk is zeer goed. Het geeft ons een plaats in de beweging van Europa.
Het is precies in de lijn van onze bedoelingen.
Ik zal een antwoord klaar maken, doch zou dat doen graag mèt het stuk aan v't Hoff en jou willen laten lezen.
2o kwam er een zeer radicaal-gestelden oproep "An alle Künstler aller Länder !" van de "Arbeitsrat für Kunst" te Berlin. Het bevat tevens een opwekking tot het organiseeeren van een internationaal congres. Alles met uitsluitend kunstbedoelingen.
Publicatie in "De Stijl" werd verzocht. Hier en daar doet deze groep mij denken aan de jouwe [?]. Prachtig dat alles zoo samen gaat.
3o Uit Antwerpen kreeg ik ook, behalve eenige nieuwe abonné's (ook op Valori Plastici) een schrijven dat dezelfde bedoeling inhoudt. Er wachten ons bergen van werk, heerlijk werk voor de groote zaak. Maar we moeten goed overwegen of het wel de juiste vormis om de kameraadschap der italiaansche & fransche collega's niet te verliezen. De inhoud van de oproep is zeker goed.
Ik zou v't Hoff en jou zoo graag hier hebben om gemeenschappelijk alles te overleggen. Hoe kunnen we elkaar spreken ? En waar ? In elk geval schrijf ik v't Hoff. 't Was in dezen tijd wel gewenscht indien dichter bij elkaâr te zitten.
Tevens werd mij van verscheidene kanten, ook schriftelijk, gevraagd of Levende Kunst & De Stijl zich gecombineerd hadden, aangezien L.K. nu geredigeerd werd door een van de onderteekenaars van het Manifest. Ik zal voor verder misverstand te voorkomen in een kort berichtje in de Stijl mededeelen dat er geen verband tusschen de twee bladen bestaat.
Overigens gaat alles best. Ik voorzie bergen van werk, doch ik zal dan, gesteund door mijn vrouw gelegenheid hebben mijn werkelijke activiteit te toonen. Ik acht het nu nog maar het voorspel.
Nu kerel ik hoop dat deze brief je niet onaangenaam was

Met stevige poot
je vriend Does

Groet ook vooral je vrouw.
Haar naam is me ontgaan.

Oud is 'n diepe persoonlijkheid, die zich niet gauw geeft. Voelt hij eenmaal dat de zaak verband houdt met zijn inzichten dan blijft hij deze niet alleen trouw, maar geeft zich geheel.