Theo van Doesburg/Manifest III

Manifest III. Tot een nieuwe wereldbeelding

Auteur Theo van Doesburg
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Datering Augustus 1921
Bron De Stijl. [deel] 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968. Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, 1968, p. 101.
Auteursrecht Publiek domein

[p. 125]

MANIFEST III

TOT EEN NIEUWE WERELDBEELDING

Een nieuwe wereldbeelding is thans aangevangen.
De kapitalisten zijn bedriegers, maar de socialisten zijn eveneens bedriegers. De eersten willen bezitten, maar de tweeden willen ook bezitten. De eersten willen veel geld, veel menschen en veel biefstuk opslokken, maar de tweeden willen de eersten opslokken. Wat is erger? Zal het hun gelukken?
Het blijft ons totaal onverschillig.
Wij weten slechts dit eene: alleen de dragers van den (nieuwen) geest zijn oprecht, zij willen slechts geven. Belangeloos. Uit alle volkeren, in alle landen komen zij te voorschijn. Zij zijn vrij van bedriegelijke phrasen: zij spreken elkander niet aan met „broeder”, „meester” of „partijgenoot”. Er wordt weder een geestelijke taal gesproken en in deze taal verstaan zijn elkander.
De dragers van den nieuwen tijdgeest vormen geen sekte, geen kerk, geen school.
In de oude wereld waren geestelijke concentratie (Christus)


[p. 126]

en materieele concentratie (Kapitalisme), het bezit, de as waarom zich het geheele volk ontwikkelde. Thans is de geest verspreid. Ondanks dat zijn de dragers van den geest verbonden. Innerlijk.
Er is voor Europa geen uitkomst meer. Concentratie en bezit, geestelijk en materieel individualisme waren de grondslagen van het oude Europa. Daarin heeft het zichzelf gevangen. Het kan er niet meer uit. Het gaat ten gronde. Wij kijken rustig toe. Waren wij er al toe in staat, we zouden niet willen helpen. Wij willen het leven van deze oude prostitué niet verlengen.
Reeds is in ons een nieuw Europa begonnen. De belachelijke, socialistische 1-2-3-internationalen waren slechts uiterlijk; ze bestonden uit woorden. De internationale van den geest is innerlijk, onuitgesproken. Zij bestaat niet uit woorden, maar uit beeldende daden en uit innerlijke kracht. Geestkracht. Daarmede wordt het nieuwe wereldschema gevormd.
Wij roepen de volkeren niet toe: „Vereenigt U” of „Sluit U bij ons aan.” Wij roepen de volkeren niets toe. Wij weten: wie zich bij ons aansluit behoort reeds aanvankelijk tot den nieuwen geest. Met hen alleen laat zich het geestelijk lichaam van de nieuwe wereld vormen.
Werkt!

„De Stijl” 1921

Overige vindplaatsen bewerken

  • De Stijl. [deel] 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968. Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, 1968, p. 101.