Utrechts Volksblad/Jaargang 1/Nummer 44/Practische gids voor onze musea
‘Practische gids voor onze musea. Kent men de schatten onzer 250 collecties?’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit het Utrechts Volksblad, dinsdag 5 april 1938, vierde blad, p. 7. Publiek domein. |
Practische gids voor onze musea
Kent men de schatten onzer 250 collecties?
In een handig en prettig formaat verscheen dezer dagen bij de Algemene Landsdrukkerij een buitengewoon practische en nuttige uitgave, voortreffelijk uitgevoerd op dundrukpapier. „De Nederlandse Musea” heet het boekje, dat uitgegeven werd vanwege het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Omtrent het doel vermeldt het prospectus o.m.:
„Wat het goud van de Nederlandse Bank is voor het zakenleven, zijn de kunstschatten in het Rijksmuseum voor de Nederlandse cultuur”.
„Deze woorden uit de Rijksmuseum-film, die de onschatbare betekenis van deze instelling voor ons volk zo duidelijk in het licht stellen, zouden met hetzelfde recht voor het gehele complex onzer musea kunnen zijn gebruikt. Doch terwijl de goudstaven, om haar nuttig werk te kunnen verrichten, door slechts enkelen aanschouwd, in de duisternis der bankkluizen moeten blijven berusten, dienen de musea in het volle licht te worden gesteld en door drommen landgenoten bezocht te worden, willen zij het volle profijt afwerpen. Te weinig nog beseft men, welk een genot geregeld museumbezoek kan opleveren en welk een betekenis dit voor de culturele vorming kan hebben. Te weinig kent men onze musea. Weet gij: dat ons land 250 musea rijk is? welke schatten daar bewaard worden? wanneer zij te bezichtigen zijn?”
Al deze vragen vindt men in het boekje beantwoord. Het bevat bovendien gegevens voor diverse, voor het publiek toegankelijke particuliere verzamelingen en de uitvoerige registers maken den lezer wegwijs, in welk museum hij bepaalde gegevens of voorwerpen kan vinden.
Een museum-kaart van Nederland en een andere van Amsterdam tonen de weg naar de diverse musea en oudheidkamers. Een aantal uitmuntende tekeningen van Hans Basart, waarvan wij hierbij één als voorbeeld reproduceren, verluchtigen het interessante werkje.