[ 329 ]

 

BIJLAGEN

 
[ 331 ]

BIJLAGE I
LIJST GENOEMD IN ARTIKEL 38 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE

[ 332 ] [ 333 ]

1 Nummers van de naamlijst van Brussel 2 Omschrijving der goederen
Hoofdstuk 1 Levende dieren
Hoofdstuk 2 Vlees en eetbare slachtafvallen
Hoofdstuk 3 Vis, schaal-, schelp- en weekdieren
Hoofdstuk 4 Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhonig
Hoofdstuk 5
5.04
Darmen, blazen en magen van dieren, andere dan die van vissen, in hun geheel of in stukken
5.15 Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij de hoofdstukken 1 en 3, niet geschikt voor menselijke consumptie
Hoofdstuk 6 Levende planten en producten van de bloementeelt
Hoofdstuk 7 Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden
Hoofdstuk 8 Eetbaar fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen
Hoofdstuk 9 Koffie, thee en specerijen, met uitzondering van maté (nr. 0903)
Hoofdstuk 10 Granen
Hoofdstuk 11 Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; gluten; inuline
Hoofdstuk 12 Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaadgoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder
Hoofdstuk 13
ex 13.03
Pectine
Hoofdstuk 15
15.01
Reuzel en ander geperst of gesmolten varkensvet; geperst of gesmolten vet van pluimvee
15.02 Ruw of gesmolten rundvet, schapenvet en geitenvet, „premier jus” daaronder begrepen
15.03 Varkensstearine; oleostearine; spekolie en oleomargarine, niet geëmulgeerd, niet vermengd en niet anderszins bereid
15.04 Vetten en oliën van vis of van zeezoogdieren, ook indien geraffineerd
15.07 Plantaardige vette oliën, vloeibaar of vast, ruw, gezuiverd of geraffineerd
15.12 Gehydrogeneerde dierlijke of plantaardige vetten en oliën, ook indien gezuiverd doch niet verder bereid
15.13 Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
15.17 Afvallen, afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was
Hoofdstuk 16 Bereidingen van vlees, van vis, van schaal-, schelp- en weekdieren
Hoofdstuk 17
17.01
Beetwortelsuiker en rietsuiker, in vaste vorm
17.02 Andere suiker; suikerstroop; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel
17.03 Melasse, ook indien ontkleurd
17.05 Suiker, stroop en melasse, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen (vanillesuiker en vanillinesuiker daaronder begrepen), met uitzondering

van vruchtensap, waaraan suiker is toegevoegd, ongeacht in welke verhouding

Hoofdstuk 18
18.01
Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand
18.02 Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao
Hoofdstuk 20 Bereidingen van groenten, van moeskruiden, van vruchten en van planten of plantendelen
Hoofdstuk 22
22.04
Gedeeltelijk gegist druivenmost, ook indien de gisting op andere wijze dan door toevoegen van alcohol is gestuit
22.05 Wijn van verse druiven; druivenmost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit (mistella daaronder begrepen)
22.07 Appeldrank, perendrank, honigdrank en andere gegiste dranken
ex 22.08
ex 22.09
Ethylalcohol, al dan niet gedenatureerd, ongeacht de sterkte, verkregen uit landbouwproducten, vermeld in bijlage I, met uitzondering van gedestilleerde dranken, likeuren en andere alcoholhoudende dranken; samengestelde alcoholische preparaten („geconcentreerde extracten”) voor de

vervaardiging van dranken

ex 22.10 Tafelazijn (natuurlijke en kunstmatige)
Hoofdstuk 23 Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren
Hoofdstuk 24
24.01
Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak
Hoofdstuk 45
45.01
Ruwe natuurkurk en kurkafval; gebroken of gemalen kurk
Hoofdstuk 54
54.01
Vlas, ruw, geroot, gezwingeld, gehekeld of anders bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (rafelingen daaronder begrepen)
Hoofdstuk 57
57.01
Hennep (Cannabis sativa), ruw, geroot, gezwingeld, gehekeld of anders bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (rafelingen daaronder begrepen)
[ 334 ]

BIJLAGE II
LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE WAAROP TOEPASSELIJK ZIJN DE BEPALINGEN VAN HET VIERDE DEEL VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE

  • Groenland
  • Nieuw-Caledonië en onderhorigheden
  • Frans-Polynesië
  • Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden
  • Wallisarchipel en Futunaeiland
  • Mayotte
  • Saint-Pierre en Miquelon
  • Aruba
  • Nederlandse Antillen:
    • Bonaire
    • Curaçao
    • Saba
    • Sint-Eustatius
    • Sint-Maarten
  • Anguilla
  • Caymaneilanden
  • Falklandeilanden
  • South Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden
  • Montserrat
  • Pitcairn
  • Sint-Helena met onderhorigheden
  • Brits Antarctica
  • Brits gebied in de Indische Oceaan
  • Turks- en Caicoseilanden
  • Britse Maagdeneilanden
  • Bermudaeilanden.