Volapükel Nedänik/Nummer 3/Iets over handleidingen
Zeer dikwijls kan men in dagbladen, tijdschriften, omslagen van boeken en wie weet waar nog meer, aanbevelingen, loftuitingen, onjuiste oordeelvellingen enz. over onbekende of weinig bekende boekwerken lezen. Gewoonlijk eindigt zulk een soort van annonce met: „daar het een uitstekend werkje mag genoemd worden, dat zoowel den uitgever als den bewerker alle eer aan doet, kan ik (of wij) niet beter doen, dat het iedereen ten zeerste aanbevelen.”
Op dergelijke annonces vertrouwende, zal men ook wel eens ondervonden hebben, dat de waarheid daarvan nogal eens slecht opweegt tegen de zoo luid uitgekraaide waarheidsloftuiting. Wanneer men echter in het oog houdt, dat men geen cadeau zendt aan iemand, waaraan men niet de minste kennis heeft en dat men overal denkt: de eene dienst is de andere waard, zal het gemakkelijk zijn te verklaren, hoe het komt, dat men loftuitingen wel eens wat te hoog ophangt. Wat er echter van waar zij, het meest van allen vindt men in dergelijke gevallen bedrogen in het aankoopen van handleidingen voor de bestudering van talen.
Eene handleiding toch is niets anders dan een onverzettelijke, stijve, stroeve gids op den bergachtigen weg naar de kennis eener taal. Zeker, eene handleiding is wel is waar een gids, die bij u blijft, maar zijn weg is onverzettelijk, gij moet met hem gaan over bergen, rotsen, kloven en spleten, of wel, gij moet blijven staan, waar gij staat. Is men gewoon met taalstudie om te gaan, dan zal men ook zonder twijfel van een handleiding, zonder onderwijzer gebruik kunnen maken, wijl men alsdan, met een weinig overleg, zeer gemakkelijk alle moeielijkheden overwint. Belanghebbenden voor Volapük laten zich echter niet foppen door loftuitingen over eene handleiding, men ga liever bij een vriend of wel bij een boekhandelaar het werk ter inzage vragen en oordeele dan over zijne eigene kennis of deze wel toereikend is, om van het werk gebruik te kunnen maken.