Wetboek van Strafrecht Suriname (overtredingen betreffende het openbaar gezag)

[ 107 ]
 

TITEL III
OVERTREDINGEN BETREFFENDE HET OPENBAAR GEZAG

Artikel 522 [1]

Hij die, wettelijk als getuige, als deskundige, als eedsafnemer of als tolk opgeroepen, wederrechtelijk wegblijft, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste zestig gulden.

Artikel 523 [2]

Hij die, wettelijk als getuige, als deskundige of als tolk opgeroepen, weigert zich door de daartoe aangewezen eedsafnemer te doen bijstaan, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste zestig gulden.

Artikel 524

Hij die, in zaken van minderjarigen of onder curatele te stellen of gestelde personen of van hen die in een krankzinnigengesticht zijn opgenomen als bloedverwant, aangehuwde, echtgenoot, voogd of toeziende voogd, curator of toeziende curator, voor de rechter geroepen om te worden gehoord, noch in persoon noch, waar dit is toegelaten, door tussenkomst van een gemachtigde verschijnt, zonder geldige reden van verschoning, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste zestig gulden.

Artikel 525

Hij die, bij het bestaan van gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of bij ontdekking van een misdrijf op heterdaad, het hulpbetoon weigert dat de openbare macht van hem vordert en waartoe hij, zonder zich aan dadelijk gevaar bloot te stellen, in staat is, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Deze bepaling is, ingeval van gevorderd hulpbetoon bij ontdekking van een misdrijf op heter daad, niet van toepassing op hem die dat hulpbetoon weigert ten einde gevaar van vervolging te ontgaan of af te wenden van een zijner bloedverwanten of aangehuwden in de rechte linie, of in de tweede of derde graad der zijlinie, of van zijn echtgenoot of gewezen echtgenoot.

Artikel 526

Hij die een bekendmaking, vanwege het bevoegd gezag in het openbaar gedaan, [ 108 ]wederrechtelijk afscheurt, onleesbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden.

Artikel 527 [3]

Hij die niet of niet behoorlijk voldoet aan de verplichting, opgelegd in artikel 381 in verband met artikel 380 van het Surinaams Wetboek van Koophandel, of aan een der verplichtingen, opgelegd bij het krachtens het tweede lid van artikel 378 van dat Wetboek uitgevaardigd staatsbesluit wordt gestraft met geldboete van ten hoogste duizend gulden.

  1. Gew. bij G.B. 1944 no. 103.
  2. Ingev. bij G.B. 1944 no. 103.
  3. Ingev, bij G.B. 1936 no. 115.