[ 62 ]
VERGADERING DER VEREENIGING BOUWKUNDE EN NIJVERHEID TE HARLINGEN.
|
|
op vrijdag 26 februari j.l.
|
De voorzitter opent de vergadering, waarbij hij ter herinnering aan de leden mededeelt het besluit in eene voorgaande samenkomst genomen, als waar het bestuur werd uitgenoodigd eventueele voorstellen te doen, naar aanleiding der vraag: „Wat kan er te dezer plaatse gedaan worden tot verbetering in de opleiding van den handwerksman?” Hij wenscht over de noodzakelijkheid van dit punt niet verder uit tc weiden, en hij acht al de aanwezigen hiervan genoegzaam doordrongen. Waar toch naar den geest van dezen tijd zoozeer geijverd wordt voor een maximum arbeidsdag en een minimum loonstandaard, wat naar z. i. niets anders zal uitwerken dan de minder goede werklieden tegenover de best bekwame in bescherming te nemen, daar is het wenschelijk, hen die daartoe wilskracht toonen de gelegenheid te geven, zich tot een goed handwerksman te bekwamen.
Het bestuur heeft daartoe een reglement ontworpen, bestaande uit een twaalftal artikelen, hetwelk in hoofdzaak hierop neerkomt, dat de aankomende ambachtsman in de werkplaats zijne opleiding ontvangt en op bepaalde leeftijden een getuigschrift enz. kan bekomen als leerling, gezel en meester in het vak zijner keuze, hetgeen zal blijken uit een te vervaardigen proefstuk voor een daartoe te benoemen speciale vakcommissie. Evenwel zullen zij die zich onder leiding der vereeniging stellen een bewijs moeten overleggen dat zij met vrucht de lagere school hebben doorloopen, en zullen zij bovendien verplicht zijn de plaatselijke instellingen van onderwijs aan de Burgeravondschool en Ambachtsteekenschool te volgen. Dit reglement werd artikelsgewijze behandeld en met eenige kleine wijzigingen met algemeene stemmen aangenomen, en zal worden ingevoerd, wanneer de Vereeniging genoegzame financieele steun zal zijn toegezegd, en medewerking van de verschillende patroons is te verwachten.
Hierna werden onder de leden eenige overcomplete tijdschriften verkocht, waarna de vergadering werd gesloten.