Architectura/Jaargang 5/Nummer 12/Keuze Tentoonstelling van Nederlandsche Moderne Kunstnijverheid
‘In de Lakenhal te Leiden. Keuze Tentoonstelling van Nederlandsche Moderne Kunstnijverheid’ door B. |
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 12 (zaterdag 20 maart 1897), p. 69-70. Publiek domein. In het nummer van Architectura van 27 maart 1897 staan met betrekking tot dit artikel enkele errata. |
[ 69 ]
in de lakenhal te leiden. | KEUZE TENTOONSTELLING VAN NEDERLANDSCHE MODERNE KUNSTNIJVERHEID. |
Hhoewel geen volledig beeld gevende van den tegenwoordigen stand van zaken op dat gebied, zijn op deze tentoonstelling toch allerlei Technieken vertegenwoordigd, zoodat de kenner eenigermate in staat is, om door vergelijking den voortgang na te gaan der meer zuivere begrippen in het ambacht; hier te lande nog slechts door enkelen voorgestaan en in hun geheelen omvang goed begrepen.
Hoe prijzenswaardig ook de bedoeling van de bepaling in het programma „de ingezonden voorwerpen moeten een modern karakter dragen en vrij zijn van navolging van andere stijlen,” is daarin toch een der oorzaken gelegen, waardoor op deze tentoonstelling de mogelijkheid ontbreekt van een algemeen overzicht op de wordingswijze der meer krachtige ontwikkeling van den laatsten tijd.
Volgens de opvatting daaromtrent uitgedrukt in eene bij de opening dezer tentoonstelling gezonden circulaire, was dit te doen zien niet de bedoeling van de inrichters en zien z ij de spoorslag tot, zoo niet, de bron van de ontwikkeling hier te lande geheel in die van engeland. Dat deze opvatting minder juist is en slechts alleen te verdedigen bij een oppervlakkigen blik op den gang van zaken, is uit het nu tentoongestelde niet geheel aan te toonen, doordat er veel is dat werkelijk alleen gedragen wordt door die zekere liefhebberij voor vormen, welke deze meening schijnen te rechtvaardigen.
Voor een juist begrip van wat de grondslag is voor ons handwerk in de toekomst, dient gezien te worden, dat er neven deze bijna geheel modieuze richting, sinds lang groeit eene meer aan ons ernstig volkskarakter geëigende vormenspraak, die gedragen door slechts enkelen, nog wel heel wat tijd zal noodig hebben om tot volle ontwikkeling te komen en tegen de modestrooming in erkenning te erlangen; maar daarom juist een taai leven verzekerd is.
Om nu in het kort de aanwezige voorwerpen na te gaan, kan worden begonnen met wat het eerst als gebruiksvoorwerp uit de behoefte voortkomt, het meubel (architectuur is door slechts één enkele inzending vertegenwoordigd en de kleeding ontbreekt geheel.). Bij den ingang staan geëxposeerd een tafel en een bank met lederversiering, naar teekeningen van den heer loebèr, gemaakt door l. van dee,
[ 70 ]hieruit blijkt direct, dat noch ontwerper, noch uitvoerder ook maar het geringste begrip hebben van doel matige en praktische houtbewerking ’t Is jammer, dat de ontwerper waarvan op het gebied van boekbinden en ledersnijwerk, goede specimen te zien zijn, zich liet verleiden om zonder kennis van zaken zulk werk te vervaardigen. Daartegenover staan twee kastjes van de firma hoog te amsterdam, het een met gesmeed beslag, bet andere met houtsnijwerk versierd, het eerste is een vrij aardig, eenvoudig kastje, het tweede echter minder goed van samenstel; het snijwerk op zich zelf verdienstelijk uitgevoerd is slecht begrepen gecomposeerd en toegepast, op elk paneeltje van de deurtjes ingesloten door breed raamwerk is een natuur motiefje gestrooid. Dat men bij beoordeeling van dergelijke pogingen zich kan te buiten gaan aan vooringenomenheid, bewijst m. k. in het Handelsblad van zondag 19 maart, waar hij de niet-afgezaagde nagels die tot opsluiting der pennen dienen, aanziet voor constructief bedoelde versiersels, terwijl het duidelijk is dat het afzagen is nagelaten om het uit elkaar nemen en verzenden te vergemakkelijken.
Bij deze rubriek sluiten zich aan: teekeningen en photo’s van meubelen ontworpen door h. p. berlage en een paar mooie spiegeltjes in lijsten gesneden door theo molkenboer reeds vroeger elders geëxposeerd en hier besproken.
Het eenige dat verder meer direct Bouwkunst raakt is een stukje smeedwerk, zeer goed uitgevoerd door welschen te rotterdam naar teekening van den architect dirkzwager.
Verschillende tapijten uit de Deventersche en Amersfoortsche fabrieken, waarvan de eersten niet afwijken van het sinds lang door die fabriek geleverde werk en de tweede door colenbrander ontworpen, zeer mooi van kleur zijn maar hier en daar bepaald slecht gecomposeerd.
Een groote plaats wordt ingenomen door gedrukt katoen uit de fabriek van de firma p. f. van vlissingen te helmond vervaardigd naar teekeningen van duco crop te haarlem. Deze werken die in verhouding tot den indruk van rijken overvloed teweeggebracht, door het veel herhalen van het motief er nog vrij rustig uitzien, rechtvaardigen jammer genoeg de hiervoor genoemde opvatting daar tot zelfs het stijleeren der vormen op Engelsche voorbeelden wijst.
Een vijftal faience vazen van kolenbrander en eene groote collectie verdienstelijk werk uit de fabriek Holland te utrecht is wel wat op winkeletalageachtige manier geëxposeerd.
Eenige, waaronder zeer mooie gebatikte lappen van thom. prikker, zijn slecht in vuilwitte lijsten gezet achter gebroken glas. ’t Is jammer dat, dit, werk hier is zonder verband met het doel waarvoor bestemd.
Aardig eenvoudig bindwerk van b. smits te haarlem, waarbij een met goed gevonden versiering door middel van de op het plat doorgehaalde bindtouwen, die daar echter een leelijk lijnenstel vormen op een bruinen overdreven gegroefden en daardoor verbrokkelden band. Bij het bindwerk van loebèr met gesneden en gestempeld leder, zijn eveneens een paar goede voorbeelden, zijne ontwerpen voor banden en gedenkbladen zijn goed ingedeeld, hier en daar aardig gevonden versierd, maar zeer onsmakelijk geteekend.
Het aanwezige kunstnaaldwerk van mej. van ’t hoofd, heeft meer verdienste door de zorg die is besteed aan de uitvoering daarvan, door principieel gevonden en toegepaste versieringen.
In de vestibule hangt nog eene verzameling in olieverf geschilderde ontwerpen voor reclameplaten, door van caspel, welke niet juist een goed beeld geven van wat door Nederlanders op dat gebied kan worden gepresteerd. Ter wille van de volledigheid zij nog genoteerd dat er zijn meubelen, architectuurteekeningen, boekomslagen, houtsneden enz. van de bazel en lauweriks.
Te zamen gezien kan van deze tentoonstelling worden gezegd, dal ze niet geeft een volledig beeld van de ontwikkeling en den stand der Nederlandsche kunstnijverheid, vooral omdat eenige van de beste vertegenwoordigers daarvan ontbreken; dat echter de pogingen van de inrichters om in leiden eene tentoonstelling van zulk werk te organiseeren volkomen zijn geslaagd.