Architectura/Jaargang 5/Nummer 7/The Royal Institute of British Architects
‘The Royal Institute of British Architects’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 7 (zaterdag 13 februari 1897), p. 41. Publiek domein. |
[ 41 ]THE ROYAL INSTITUTE OF BRITISH ARCHITECTS.
Aldus is de titel van het door de wet erkende lichaam van Engelsche architecten te londen gevestigd, dat door zijne krachtige organisatie en degelijke werkzaamheden geheel in overeenstemming aan den Engelschen landaard als waardig vertegenwoordiger van de bouwmeesters aan de overzijde van het kanaal optreden.
Door herhaalde examens en ballotage worden de verschillende rangen van leden onderscheiden; — zoo stellen de Engelsche architecten dan ook steeds met enkele letters hunnen graad in het Instituut achter den naam.
„Personen die den leeftijd van 21 jaar bereikt hebben en zich wijden aan de studie of de praktijk der bouwkunst sedert minder dan zeven jaren kunnen worden „Associates” na afgelegd examen. A. R. I. B. A.
De vereeniging heeft ook „Honorary associates.”
Na minstens zeven achtereenvolgende jaren de praktijk der burgerlijke bouwkunst als patroon beoefend te hebben, kan de „Associate” volgens de Charter tot Fellow worden bevorderd. F. R. I. B. A.
Het aantal „Honorary Fellows,” allen Engelschen, is niet talrijk.
„Honorary and Corresponding Members” zijn de vreemdelingen, ongeveer 60 in getal.
Sedert 1848 wordt telkenjare in overeenstemming met de koninklijke stichtings charter een persoon aan de koningin voorgedragen, door ’t Instituut waardig gekeurd om de „Royal Gold Medal” te ontvangen, wegens de verdienste zijner uitgevoerde bouwwerken, of door zijne buitengewone, verdiensten in betrekking tot de bouwkunst en aanverwante kunsten.
Gewoonlijk wordt afwisselend daartoe een Engelschman of een vreemdeling voorgedragen.
In de vergadering van 1 februari 1897 heeft het „Council” voor dit jaar een eerelid van het Genootschap architectura et amicitia voorgedragen, en wel dr. p. j. h. cuijpers.
Tot den vijftienden van deze maand kunnen de leden tegen—candidaten stellen.
Op den eersten maart wordt die medalje namens H. M. de Koningin in ’t Institute uitgereikt.
Deze onderscheiding wordt terecht als de hoogste eer aangemerkt die met de loopbaan van den bouwmeester kan worden bereikt, en waartoe eerst op hoogen leeftijd de kans openstaat.
Wij verheugen ons oprecht in dit blijk van waardeering voor ons Eerelid, waaruit blijkt dat de bouwmeesters van ’t machtige albion ook nog een open oog heb voor den artistieken arbeid bij hunne kleine naburen.
Door ’t verwerven van deze gouden medalje zal onze natie een roem temeer behalen.