Da Costa/Aan mijn zoon Abraham
< Da Costa
← Aan Royer | Da Costa's Kompleete Dichtwerken (1876) door Da Costa | De Leeuw uit Juda. Kruislied → |
Uitgegeven in 's-Gravenhage door D. A. Thieme. |
[ 545 ]
AAN MIJN ZOON ABRAHAM,
BIJ ZIJNE AANNEMING TOT LID DER WAALSCHE GEMEENTE,
MET EEN BIJBEL.
Mijn zoon! van d' eeuw'gen God werd deze schat gegeven
aan 's werelds volkren t' zaam met Jacobs nageslacht.
Heb in dat woord ook gy uw heul, uw heil, uw leven.
Geen zilver of geen goud haalt by zijn duur en kracht.
aan 's werelds volkren t' zaam met Jacobs nageslacht.
Heb in dat woord ook gy uw heul, uw heil, uw leven.
Geen zilver of geen goud haalt by zijn duur en kracht.
Zoo vestig oog en hart steeds op dat Boek der boeken,
doorgrond zijn diepen zin in eenvoud en gebeên,
en leer' der vaadren God u dáár Hem-zelven zoeken,
Die ' t eerst ons heeft gezocht in Zijn barmhartigheên.
doorgrond zijn diepen zin in eenvoud en gebeên,
en leer' der vaadren God u dáár Hem-zelven zoeken,
Die ' t eerst ons heeft gezocht in Zijn barmhartigheên.
U laat ons ouderhart voor schat of kostbaarheden
het somber uitzicht slechts op een geschokten tijd!
Is Jesus en Zijn liefde het uwe eens ingetreden
zoo zegge u, o mijn zoon! dit Boek - hoe rijk gy zijt.
het somber uitzicht slechts op een geschokten tijd!
Is Jesus en Zijn liefde het uwe eens ingetreden
zoo zegge u, o mijn zoon! dit Boek - hoe rijk gy zijt.
Uit mijn eigen Fransch.