Dames-Courant van De Gooi- en Eemlander/Jaargang 2/Nummer 2/Gehaakte meisjesmutsen
‘Gehaakte meisjesmutsen’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Dames-Courant van De Gooi- en Eemlander, [jrg. 2], nr. 2 (vrijdag 11 januari 1935), p. 4. Publiek domein. |
Gehaakte meisjesmutsen
Een onzer lezeressen verzocht ons een patroon te willen geven voor een mutsje voor meisjes en bakvischjes. Aan de hand van onze afbeelding gaan we dan de daarop voorkomende modelletjes bespreken[.] We beginnen met het mutsje van het kleintje, dat gedacht is van twee kleuren en van twee soorten wol, bijvoorbeeld donkerblauwe wol voor het kapje en bleu voor den rand en den band over het kapje en het pomponnetje aan de voorzijde, die alle van angora kunnen zijn.
Het bolletje wordt in het midden opgezet met drie kettingsteken, die tot een ring zijn verbonden, waarna in het rond wordt gehaakt met vaste steken, hier en daar meerderend (door twee steken in één steek te haken) zoodat het werk bolvormig wordt. Is het kapje wijd genoeg, dan haken we verder zonder meerderen tot de juiste lengte is bereikt. Het mutsje moet flink over het hoofdje heen sluiten, tot ongeveer even op de oortjes.
De rand en de band kunnen gebreid worden in den zandsteek, d.w.z. 1 recht, 1 averecht en in elken toer verspringen. Wie het mutsje liever geheel haken wil, kan den rand en den band natuurlijk ook met den vasten steek haken. De rand wordt ongeveer 8 c.M. breed, de band 6 c.M. Eerst wordt de band aangebracht, waarvoor alleen de uiteinden op de muts worden genaaid. Hier overheen komt de rand, waarvan de tezamen genaaide uiteinden onder een pompon worden verborgen.
Het baretje, dat heel geschikt is voor bakvischjes en er toch eenvoudig uitziet, wordt ook van twee kleuren wol gehaakt. De tweede kleur is dan bestemd voor de strepen langs den rand, die kunnen worden uitgevoerd in angora, wat wel aardig staat.
Ook voor deze muts worden drie steken opgezet, die tot een ring gesloten worden, waarna we vaste steken haken met hier en daar meerderen. We meerderen hier echter wat vaker omdat de bol veel platter wordt dan bij het vorige mutsje het geval is. We bekommeren ons voorloopig dan ook heelemaal nog niet om den entrée van het mutsje. We maken alleen een even opbollend rond kleedje, dat wel een omtrek mag hebben van ongeveer 90 c.M. De laatste 5 toeren worden gehaakt in 2 toeren angora, 1 toer gewoon en 2 toeren angora. Dan gaan we hier en daar weer minderen, en nogal vrij sterk ook tot de entrée is bereikt. Vervolgens haken we eerst langs de eene helft van rechts naar links en van links naar rechts twee toeren en daarna langs den geheelen omtrek nog drie toeren. De rand, die aan één kant iets breeder is, valt dan van achteren.
Zoo noodig kan door den laatsten toer angora laiton geschoven worden.