De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 3/Maximiliaan, keizer van Mexiko
← Kardinaal Wiseman | Maximiliaan, keizer van Mexiko (1867) door onbekend auteur
De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 3 (1867), p. 20-22. |
Het feestvierende Rome → |
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts). |
MAXIMILIAAN, KEIZER VAN MEXIKO.
In de laatste tijden zijn zware stormen over het roemrijke Habsburgsche huis losgebroken, en een tal van rampen heeft aan de keizerlijke kroon van Oostenrijk eene zwaarte gegeven, die den edelen Frans Joseph dreigt te verpletteren. Sinds een tal van jaren beukt de hamer der revolutie met immer aangroeijende kracht tegen zijn troon: hij is begonnen met er de versierselen van weg te slaan; daarop verbrijzelde hij de armen, waarop hij gedeeltelijk steunde; thans beproeft hij zijn vermogen tegen de voetzuilen, op welke hij rust, om die omver te werpen en den troon te doen instorten.
Aanvankelijk beroofde de revolutie den Oostenrijkschen keizer van zijne schoone Italiaansche provincien; vervolgens joeg zij den koning van Pruissen tegen hem in het harnas, die hem allen duitschen invloed ontnam en nu woelt zij met grootere kracht dan ooit in het hart zijns lands en gaat voort met zijne bevredigde en niet bevredigde onderdanen tegen hem op te ruijen.
Maar ook op nog andere wijze treft de hand Gods het keizerlijke huis; bijna op den zelfden stond ontrukt zij er door den smartelijksten dood twee beminde leden aan. Mathilda, de dochter van den overwinnaar van Custozza, sterft ten gevolge van vreeselijke brandwonden; Maximiliaan, de broeder des keizers, ontvangt een kogel uit de hand eens negers en laat eene krankzinnige gade achter.
Waaraan moet de edele, ridderlijke monarch, die over Oostenrijk gebiedt, het tal van jammeren toeschrijven, dat zelfs zijnen vijanden medelijden en deelneming inboezemt? Wordt Frans Joseph geslagen om de zonden zijner vaderen? Worden de zedeloosheid en misdaden van een niet onaanzienlijk deel zijner onderdanen in hem en zijn geslacht gewroken? Wordt zijne deugd op de proef gesteld, opdat der wereld getoond zoude worden welke kracht men kan putten uit de ware beginselen van regt en regtvaardigheid? Wordt…. maar wij vragen niet meer, want wie zal treden in Gods raadsbesluiten?
Wij meenen onzen lezers eene dienst te doen met in korte trekken het leven te beschrijven van den man, wien een kalm levenslot scheen voorbestemd en die, helaas, op jeugdigen leeftijd het onbestendige van het ondermaansche heeft moeten ondervinden; ook zal het hun niet onwelkom zijn iets te vernemen van hem, die door Maximiliaan te dooden, het Habsburgsche huis in diepen rouw dompelde.
Ferdinand Joseph Maximiliaan van Oostenrijk werd op den 6 Julij 1832 geboren; hij was de tweede zoon van den aartshertog Frans Karel van Oostenrijk en Prinses Sophia van Beijeren; van af zijne jeugd legde hij eene groote neiging aan den dag voor het zeeleven, en al wat op de marine betrekking had trok steeds zijne belangstelling; in 1854 trad hij als Vice-Admiraal op aan het hoofd der Oostenrijksche marine; de studie, waarin hij zich verdiept, de lange zeereizen, waarop hij veel gezien en ondervonden had, stelden hem in staat in het zeewezen zijns vaderlands belangrijke verbeteringen aan te brengen. Verscheidene Europesche landen, Noord-Amerika, Brazilië waren reeds door hem bezocht geworden; zijn scherpziend oog en denkend brein hadden er veel ontdekt wat aan de Oostenrijksche marine ontbrak; daarbij had hij zich in betrekking gesteld met de voornaamste mannen dier verschillende gewesten, en terwijl hij hunne taal aanleerde, bestudeerde hij de zeden, gewoonten en gebruiken van hun land, die hij getrouw beschreef, en waarvan hij het verhaal voor de nakomelingschap bewaarde. Reeds zien vier deelen zijner reisbeschrijvingen het licht, die, den lezer bekend makende met de onvermoeide togten en nasporingen van den jeugdigen zeereiziger, tegelijk een diepen blik in zijn karakter doen slaan. Door eene zonderlinge speling des toevals is het juist het fregatschip Novarra, dat afgezonden is om zijn lijk uit Mexico naar Oostenrijk over te brengen, waarmede hij de meeste zijner reizen deed.
Maximiliaan.
Op den 27 Julij 1857 trad de aartshertog te Brussel in den echt met de begaafde princes Charlotte, dochter van den Belgischen koning Leopold I, en in hetzelfde jaar werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van het Lombardisch-Venetiaansch koningrijk. Zoodra hij deze betrekking aanvaard had, stelde hij alle pogingen in het werk om den band tusschen Lombardijë-Venetië en het keizerrijk, die tengevolge der revolutionnaire woelingen veel aan hechtheid verloren had, weder naauwer toe te halen: hij putte zich uit om Oostenrijk met zijne vijandig gezinde onderdanen te verzoenen; ter bereiking van dat doel deed hij den laatsten belangrijke concessiën, waardoor hij toen den naam van den liberalen Habsburger kreeg en de beschuldiging op zich laadde van verder te gaan dan zijne positie hem toeliet. In weerwil zijner bemoeijingen mogt het hem niet gelukken zijn doel te bereiken, en toen de oorlog van 1859 Lombardijë van Oostenrijk afscheurde, trok hij zich met zijne gade terug op zijn kasteel Miramar bij Triëst.
Terwijl hij zich hier in verschillende studiën verdiepte en deze door de jagt en andere vermaken afwisselde, kwam in Napoleons brein het plan tot rijpheid om Mexico te veroveren; hij had hiervoor een tweeledig doel, het een wat hij de wereld openbaarde, namelijk: de bescherming der Europeanen, die in Mexiko veel van de inwoners te lijden hadden en de overbrenging der Europesche beschaving, het tweede wat hij verzweeg: de opwerping van een dam tegen de uitbreidingszucht der Vereenigde Staten. Aanstonds noodigde hij Engeland en Spanje uit tot deelname aan eene expeditie naar Mexiko; beide mogendheden lieten zich vinden en hielpen den Franschen autocraat ijverig in het volvoeren van zijn plan; zoodra Napoleon evenwel vasten voet in Mexico had, scheidde zich zijne bondgenooten van hem en matigde hij zich al de vruchten der onderneming aan. De Fransche troepen bereikten de hoofdstad des lands; Juarez, de door de Mexicanen gekozen president der republiek, ging op de vlugt en, bij de Vereenigde Staten steun vindende, begon hij een guerilla-oorlog tegen de Fransche overheerschers, ongeveer gelijk aan die der Spanjaarden tegen den eersten Napoleon.
Welligt heeft de Fransche keizer reeds zeer spoedig ingezien, dat het betrekkelijk gemakkelijk veroverde land niet gemakkelijk te behouden zou zijn, waarom hij het dus niet raadzaam vond Mexico als eene Fransche provincie te beschouwen; liever wilde hij op den Mexicaanschen troon een Europeeschen vorst plaatsen, die, geheel onder zijne leiding, onder zijne voogdij, het land besturen, de moeijelijkheden voor zich zelven hebben en de voordeelen en eer naar Frankrijk zou doen vloeijen.
Napoleons oog viel op den aartshertog; Hij zond een geheim gezant naar Miramar met den last aan Maximiliaan den Mexicaanschen troon aan te bieden; de aartshertog kon niet spoedig besluiten; hij bezweek echter weldra voor de verleidelijke aanbiedingen van zedelijken en stoffelijken onderstand en voor de eerzucht [ 21 ]zijner gemalin, die, doof voor de vermaningen van haar vader Leopold en van keizer Frans Joseph, alleen lette op den glans der keizerlijke kroon.
Naauwelijks was Napoleon van Maximiliaans besluit verzekerd, of hij zond den maarschalk Forey het bevel eene vergadering van Mexicaansche notabelen te beleggen en deze het voorstel te doen den Oostenrijkschen aartshertog, wiens naam zij naauwelijks kenden, tot hun keizer uitteroepen. De aanzienlijken des lands lieten zich gaarne deze keuze welgevallen; vooral de geestelijkheid toonde zich bereid een man tot haren vorst te nemen, die, getrouw aan de traditiën van zijn huis, het land zou opbeuren uit den rampzaligen en bijna godsdienstloozen toestand, waarin het door den revolutionnairen neger Juarez gebragt was. Zij zonden dus eene commissie uit hun midden naar Europa om Maximiliaan met het genomen besluit bekend te maken; deze commissie begaf zich eerst naar Parijs, waar zij geheime instructiën ontving en daarop naar Miramar, waar haar een welwillend onthaal en een toestemmend antwoord wachtten. Eer hij naar Mexico ging, bezocht Maximiliaan behalve de verschillende leden zijner familie den Paus en Napoleon. De eerste gaf hem vaderlijke vermaningen en smeekte hem bij de bevordering van het stoffelijke welzijn zijner nieuwe onderdanen, die van hun geestelijk heil niet te vergeten; hij waarschuwde hem met aandrang tegen de lagen en listen, die liberalisme en revolutie hem zouden leggen, beval de geestelijkheid aan zijne zorg aan en gaf hem bij het scheiden zijnen apostolischen zegen. Napoleon beloofde hem zijne vriendschap, zijne hulp en ondersteuning
Het is voor alsnog moeijelijk een juist en billijk oordeel over het bestuur van keizer Maximiliaan te vellen, omdat, zoo lang hij keizer in Mexico is geweest, hij nooit geheel vrij in zijne handelingen was. Hij kwam onder een volk, welks zeden, gewoonten en gebruiken hem, zoo niet geheel vreemd, toch zeker te weinig bekend waren om er zijne handelingen en wetten naar in te rigten; daarenboven was dat volk in onderscheidene partijen verscheurd, waarvan de meesten uit kracht harer beginselen hem vijandig waren: geruimen tijd geregeerd door een Juarez, een volbloed revolutionnair, had het al de rampen ondergaan, waarmede Italië in de laatste jaren bezocht is; zijne finantiën waren geheel verwaarloosd; de hulpbronnen zijns lands uitgeput ten behoeve van Juarez en diens gunstelingen; zijne godsdienstige instellingen voor een groot deel vernietigd; zijne kerken geplunderd, zijne bisschoppen en priesters hier en daar verjaagd; daarenboven was het door de fransche vreemdelingen wel van zijn dwingeland verlost, maar het had niet zijne vrijheid, zijne ontroofde bezittingen herkregen en zag dus met een argwanend oog de komst van Maximiliaan, die ook een vreemdeling was, te gemoet.
Juarez.
Werd Maximiliaan dus beheerscht door de omstandigheden, waarin het Mexicaansche volk zich bevond, niet minder werd hij het door de fransche opperbevelhebbers, die, feitelijk meester van het land, de bevelen van Napoleon volvoerden, zonder zich te bekommeren of zij met Maximiliaans plannen overeenstemden, zoodat Mexico eigenlijk van uit Napoleons kabinet bestuurd werd.
Dit alles in aanmerking genomen kan het misschien eenige verschooning vinden dat het keizerrijk Mexico al aanstonds begon met het koningrijk Italië te erkennen, welks koning (hetzij tusschen twee haakjes gezegd) den fieren Habsburger, toen hij zijn gezant ontving, een bittere pil te slikken gaf door hem revolutionnaire lessen te geven; dat hij, zooals het regt en de billijkheid eischten, de Mexicaansche geestelijkheid hare goederen niet wedergaf; dat hij zich overgaf aan de liberalen, die hij eerst verliet, nadat hij hunne trouweloosheid had ondervonden.
Terwijl de keizerin hare dagen en nachten gebruikte om wetten te maken en zich aftobde in het zoeken naar middelen om de finantiën te herstellen, beproefden Maximiliaan en Forey de benden van Juarez te vernietigen; de gewezen president werd tot in de schuilhoeken des lands teruggejaagd, onophoudelijk verslagen, maar nooit vernietigd. Gedurig stak hij het hoofd weder op, en zijn rusteloos zwoegen, gepaard aan de vijandige gezindheid des volks, de moeijelijke gesteldheid des bergachtigen lands, de gele koorts, deed den Franschen zooveel verliezen, dat iedere overwinning hen nader tot den afgrond bragt, die hen eenmaal zou verzwelgen. Bazaine, Forey’s opvolger bragt nieuwe legerscharen, nieuwe schatten mede; alles werd verzwolgen door het nooit te verzadigen Mexico. Maximiliaan, door Bazaine, zoo men zegt, gedwongen, beval alle republikeinen, die gewapend gevangen werden, te doen fusilleren; Juarez handelde met de keizerlijken eveneens, en zoo werd het land met bloed en tranen gedrenkt.
Noord-Amerika, na de Zuidelijke Staten overwonnen te hebben, ondersteunde Juarez meer en meer en legde met iederen dag duidelijker zijne vijandige gezindheid tegen Frankrijk aan den dag; tegelijk drong het Wetgevend Ligchaam, Napoleon zijne onderneming, die zooveel bloed en schatten kostte, verwijtende, bij hem aan het fransche leger terug te roepen; dit kon niet meer aanvallend te werk gaan; de juaristen werden gedurig sterker en wonnen veld; [ 22 ]Maximiliaan, in vertwijfeling geraakt, scheidde zich van de liberalen, wierp zich in de armen der conservatieven en zond Charlotte naar Napoleon om hulp af te smeeken. De ongelukkige keizerin stootte overal het hoofd, en niet meer bestand tegen de rampen, die hare eerzuchtige plannen verijdelden, werd zij krankzinnig en naar het kasteel Miramar vervoerd, waar zij eenmaal gelukkige dagen had gesleten.
Napoleon, eindelijk voor de bedreigingen van Washington wijkende, riep zijn leger terug, en Maximiliaan stond alleen tegenover den verbitterden Juarez. Maar nu openbaarden zich de moed en het heldhaftig karakter van den fieren Habsburger; door zijne vroegere vrienden verlaten, slechts gesteund door eenige scharen, nam hij den strijd aan op leven en dood om zijn troon te redden; aanvankelijk was hij gelukkig en versloeg hier en daar zijne vijanden , doch de overmagt deed hem weldra bukken, en terugtrekkende sloot hij zich in de vesting Queretaro op, waar hij zich lang zou hebben kunnen staande houden, zoo de verrader Lopez hem niet voor eene ellendige som gelds aan Juarez hadde overgeleverd.
Men kent het lot, dat den ongelukkigen Maximiliaan wedervaren is; geheel Europa weet, dat de rampspoedige keizer, na eenige dagen in een ellendige gevangenschap doorgebragt te hebben, met zijne generaals Miramon en Meija op bevel van Juarez is doodgeschoten; ook de verschillende bijzonderheden, die bij zijn noodlottig uiteinde hebben plaats gehad, zijn van algemeene bekendheid.
Kan de geschiedenis der 17e en 18e eeuw op een koningsmoord wijzen, ook die der 19e zal aan het nageslacht eene dergelijke gruweldaad kunnen mededeelen; daarbij zal zij genoodzaakt zijn te verhalen dat hij, die, uit een der edelste en oudste huizen gesproten, onder den kogel eens negers viel, een man was van echt ridderlijken geest, van fijne beschaving, van volhardenden moed en dapperheid, wien alleen eene zekere mate van ligtzinnigheid en te groot vertrouwen in het schijnschoon van het liberalismus kon verweten worden. Alvorens te eindigen, willen wij een enkel woord over ’s keizers moordenaar zeggen.
Benito Juarez werd uit Indiaansche ouders in een klein bergdorp uit de Sierra de Oajaca geboren; als jongeling kwam hij in dienst bij rijke lieden in de hoofdstad der provincie Oajaca, die in zijn onderhoud voorzagen en, zoodra zij zijn leergierigen en schranderen aard bemerkten, hem het eerste onderrigt verschaften; hij wist zich door zijn goed gedrag zoodanig bij zijn meester bemind te maken, dat deze hem naar de hoogeschool zond om in de regten te studeren; na zijne studiën geëindigd te hebben vestigde hij zich als advokaat in Oajaca; spoedig ging hij zich met staatkunde bemoeijen en voegde zich bij de liberalen, aan wier spits zijn vroegere meester stond; hij mogt zich voortdurend in diens vriendschap verheugen en dankte voor een groot deel aan diens bemoeijingen de betrekking van gouverneur van Oajaca, waartoe hij later verheven werd; als zoodanig maakte hij zich zeer verdienstelijk bij zijne partij, die hij door alle middelen begunstigde en die wederkeerig zoodanig in zijn belang ijverde, dat hij in 1857 tot president van het hoogste nationaal geregtshof benoemd werd; spoedig daarop volgde zijne verheffing tot minister van Justitie, tot hij in 1862 tot president der mexicaansche republiek werd uitgeroepen.