De Stijl/Jaargang 3/Nummer 11/Rondblik
‘Rondblik’ door [Theo van Doesburg] |
Afkomstig uit De Stijl, jrg. 3, nr. 11 (september 1920), p. 95-96. Publiek domein. |
[ 95 ]RONDBLIK.
ITALIË. — Dada. — Een groep moderne kunstenaars te Mantova geeft onder redactie van Gino Cantarelli een bescheiden, maar goed uitgevoerd periodiekje uit: Bleu. Aan het eerste nummer, waarin ook een uit „De Stijl” vertaald artikel is opgenomen, is een belangrijk manifest-dada toegevoegd, geschreven door Renée Dunan. Het is een bijzonder helder manifest en wij zouden het gaarne in zijn geheel vertalen, doch kunnen er door gebrek aan plaatsruimte slechts in ’t kort de aandacht op vestigen. Wat in dit manifest vooral treft is het anti-individueele standpunt van Dunan, die met historische gegevens aantoont, dat de officieele pers steeds den oorlog verklaarde aan elke beweging, die een nieuwe kunstformule vond. Zoo is vervolgens het manifest het Dadaïsme een beweging, die uit een nieuwe psychologie een meer abstracte schoonheid voorbereidt. Aan het hoofd van dit Manifest, dat besluit met de woorden: „Dada, non è una mistificazione: è tutto il mistero umani” (Dada is geen mistificatie, maar omvat heel het menschelijk mysterie) komen de namen voor van de meest contrasteerende persoonlijkheden die aanhangers zijn van het dadaïsme: de fransche philosoof Henri Bergson; de fransche dichter Blaise Cendrars; de italiaansche schilder Giorgio de Chirico, de fransche, katholieke dichter Paul Claudel, de staatsman George Clemenceau, [ 96 ]de fransche dichters Jean Cocteau, Léon Daudet, de russische schrijver en litérair leider der sovjet-republiek Maxim Gorki, de dichter Maurice Maeterlinck, de prins van Monaco, de russische ballerino Nijnsky, de Spaansche schilder Pablo Picasso, de fransche componist Erik Satie enz.
RUSLAND. — (Radio) Petrograd: 400e opvoering van het kubistische volksspel: „De coulissen van den geest” van Nikolaï Evreinoff.
DUITSCHLAND. — Bij Gustaf Kiepenheuer te Berlijn, verscheen een belangrijk werk met vele reproducties, getiteld: „Neue Kunst in Rusland 1914—1919”, door Constantin Umansky. Het geeft een beeld van de ontwikkeling van af het impressionisme en realisme, tot en met de expressionisten en kubisten. We hopen in een der volgende nummers plaatsruimte te hebben voor een uitvoerige bespreking.
Internationaal. — Begin October zullen in Parijs door Léonce Rosenberg en in Düsseldorf door Franz Stoeffhase periodieken uitgegeven worden, op denzelfden grondslag als het hollandsche tijdschrift „De Stijl”, met het doel gemeenschappelijk tot een collectief kunstbegrip te komen.
Overige vindplaatsen
bewerken- Ad Petersen (red.; 1968) De Stijl [deel] 1. 1917_1920. Complete Reprint 1968, Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, p. 617-618.