Door Duisternis Tot Licht/Voorwoord bij den tweeden druk

Inleiding Door Duisternis Tot Licht (1912) door Kartini

Voorwoord bij den tweeden druk

Voorwoord bij den derden druk


VOORWOORD BIJ DEN TWEEDEN DRUK.



De eerste druk, met zooveel zorg door de N.V. voorheen G.C.T. van Dorp & Co. uitgegeven, was in enkele maanden uitverkocht. Toch had deze uitgeefster bezwaar, over te gaan tot een tweeden goedkooperen druk, uit vrees voor finantieele schade. Ik had toen het voorrecht, de Heeren H.M. d'Angremond en A.G. Rinders, Directeuren van de N.V. Electrische Drukkerij "Luctor et Emergo" te 's-Hage, bereid te vinden, onder voorwaarden, die het doel der uitgave zeer bevorderen. Ook deze druk toch geschiedt geheel in het belang van de oprichting der Raden Adjeng Kartini-School.

De wijze waarop de denkbeelden der onvergetelijke schrijfster ontvangen zijn, stemt tot groote vreugde. Er spreekt uit de beoordeelingen zooveel sympathie voor het streven van Raden Adjeng Kartini, dat de belangen, die zij zoo geestdriftig voorstond —de toekomst der inheemsche bevolking van Insulinde en van de vrouw in het bijzonder—een grooten stap voorwaarts hebben gedaan.

De eerste, die meer uitvoerig dit streven besprak, was de Heer Mr. C. Th. van Deventer, in zijn bekend Gids-artikel met het eenvoudige opschrift "Kartini". Keurig van vorm en krachtig van inhoud, roept dit artikel allen op tot medewerking.

Behalve op talrijke aankondigingen in dagbladen en tijdschriften, die ik niet afzonderlijk vermeld uit vrees voor onvolledigheid, valt te wijzen op eene sedert in het licht gegeven rede in de Indische Vereeniging van den Heer Raden Mas Noto Soeroto, welke aan Raden Adjeng Kartini een juichkreet zou hebben ontlokt.

Van Hare Majesteit de Koningin-Moeder mocht ik enkele dagen na de verschijning van het werk eene geldelijke bijdrage ontvangen als blijk van instemming en belangstelling in de op te richten school.[Pg ix]

Van Z.E. den Gouverneur-Generaal, den Heer A.W.F. Idenburg, kwam een brief, waarin steun wordt beloofd voor de school.

In gelijken zin uitte zich Z.E. de Minister van Koloniën, de Heer J.H. de Waal Malefijt, naar aanleiding van een vraag in de Tweede Kamer van den Heer Mr. Th.H. de Meester.

Van verschillende zijden werden bijdragen en toezeggingen ontvangen.

Mogen alle pogingen met goeden uitslag bekroond worden!

Maart 1912.

J.H.A.