Eerste Oogst/Het gouden kalf
← Aan den vijver | Eerste Oogst (1912) door Carel Steven Adama van Scheltema | Kind en mensch → |
Uitgegeven in Rotterdam door W. L. en J. Brusse. |
[ 5 ]
V.
HET GOUDEN KALF.
Ai veil geslacht! dat wikt en weegt en telt,
Van andren koopt hun liefde en laf geweten,
Dat lacht en kruipt en zinkt in zonde en zweet, en
Meer nog dan dat: — uw ziel verkoopt voor geld!
Van andren koopt hun liefde en laf geweten,
Dat lacht en kruipt en zinkt in zonde en zweet, en
Meer nog dan dat: — uw ziel verkoopt voor geld!
Ai ziek geslacht! ziek in uw wijze weten,
Ziek in uw ziel, ziek waar ge uw wetten stelt,
Ziek tot uw bloed en merg voor 't bleeke geld, — —
Al wat waarachtig is, is lang vergeten!
Ziek in uw ziel, ziek waar ge uw wetten stelt,
Ziek tot uw bloed en merg voor 't bleeke geld, — —
Al wat waarachtig is, is lang vergeten!
De Lente komt, — ik zet me aan 't gouden kleed,
En hef mijn aanzicht tot haar blijde oogen, —
Wij zitten saam en zien naar 't menschlijk leed;
En hef mijn aanzicht tot haar blijde oogen, —
Wij zitten saam en zien naar 't menschlijk leed;
Ik zie mijzelf, een blinde jeugd onttogen,
Uit valsche leer voel 'k dat 'k dit ééne weet: —
Dàt wat de menschen doen is gruwbre logen!
Uit valsche leer voel 'k dat 'k dit ééne weet: —
Dàt wat de menschen doen is gruwbre logen!