De zonne alreede is opgestaan Tijdkrans door Guido Gezelle

't Is dag

De zonne rijst
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen.
[ 14 ]

'T IS DAG


  't Is dag! 'k Ben uitgerust:
het voedzaam vaste slapen
  heeft mij de ziel gewekt
en 't lichaam vrijgeschapen
  van 's arbeids zwaren drang,
  die me op de schouderen lag;
  en wakend heete ik u
  Gods welkom, blijden dag!

  't Is dag! 'k gevoel 't, ik zie 't,
ik hoore 'et, aan het klinken
  der vlugge vogelen, die,
in 't jongste schemerblinken
  der morgenzon, hun lied.
  en de eerste klanken slaan,
  die van 't herwekte dal
  des aardrijks henengaan.

  't Is dag! Ik hoore, ik zie,
met nieuwgeboren stralen,
  de zon heur evenbeeld
mij door de vensteren malen:
[ 15 ] „Staat op!” zoo roept ze, „o mensch,
  het oosten kriekt alom;
  staat op: weêr herbegint.
  ons dapper dagwerk! kom!”

  „Staat op!” zoo klinkt het woord,
het dagwoord van de zonne::
  „staat op, o volk en vee
en vogels: in de bronne
  des levens vroomt uw herte,
  o kruid- en boomgestalt',
  terwijl de middag bloeit
  en eer de zonne valt!”