Gezelle/Eer ge ooit het oordeel vellen komt
< Gezelle
← Sint Jans Vier | Laatste verzen (1901) door Guido Gezelle | Moederken → |
Uitgegeven in Antwerpen — Gent door De Nederlandsche Boekhandel. |
[ 7 ]
EER GE OOIT HET OORDEEL VELLEN KOMT
Eer ge ooit het oordeel vellen komt,
eer 't al voor uwe voeten kromt,
dat, hoog en vrij, nog heden
U tegen is en vol weerspannigheden,
eer 't al voor uwe voeten kromt,
dat, hoog en vrij, nog heden
U tegen is en vol weerspannigheden,
Onfaalbaar is uw woord, o Heer,
Gij weet hoe arm, hoe krank, hoe teer
het menschdom is van krachten;
En laat het niet al hulpeloos versmachten !
Gij weet hoe arm, hoe krank, hoe teer
het menschdom is van krachten;
En laat het niet al hulpeloos versmachten !
Vier duzend jaar verlangde 't al!
Wanneer is 't dat Hij komen zal?
Zoo roept en zucht, verlegen,
uw volk, o Heer, en wacht om uwen zegen!
Wanneer is 't dat Hij komen zal?
Zoo roept en zucht, verlegen,
uw volk, o Heer, en wacht om uwen zegen!
't Advent, 't advent, weêrom! Wie kan
beloven dat de vreugde van
den Kerstdag ons zal blijden?
Zijn 't eindlik niet des werelds laatste tijden ?
beloven dat de vreugde van
den Kerstdag ons zal blijden?
Zijn 't eindlik niet des werelds laatste tijden ?
KORTRIJK, 13/12 '85.