Gezelle/Terwe
< Gezelle
← Wierook | Rijmsnoer om en om het jaar (1897) door Guido Gezelle | Storme → |
Uitgegeven in Rousselaere door Jules de Meester. |
[ 190 ]
TERWE
DE terwe ziet er zuiver uit,
alsof heur' koorenaren
geboren uit den binnenwand
van Peru's velden waren,
zoo geluwe is ze, en goud gelijk!
De stammen staan genegen
en, honderdduizend, blinken ze, in
den zoelen zonnenregen:
't zijn priemen gouds, die dragend zijn
den last elk, en de zware,
de dikke, volle onschatbaarheid
der gouden koorenare!
Gods zegen op de velden viel,
God zegent u, gij boeren,
die peerdenwagens kooren zult,
dit jaar, ten vlegel voeren!
alsof heur' koorenaren
geboren uit den binnenwand
van Peru's velden waren,
zoo geluwe is ze, en goud gelijk!
De stammen staan genegen
en, honderdduizend, blinken ze, in
den zoelen zonnenregen:
't zijn priemen gouds, die dragend zijn
den last elk, en de zware,
de dikke, volle onschatbaarheid
der gouden koorenare!
Gods zegen op de velden viel,
God zegent u, gij boeren,
die peerdenwagens kooren zult,
dit jaar, ten vlegel voeren!
24/7/'95.