Gorter/Aldoor dat metalen ruischen van de metalen stralende zee
< Gorter
← De lamp schijnt, de kamer is open | Verzen van Gorter (1890) door Herman Gorter | De zee buiten grijs, zilverig, regenig, lommerig, in wolke' cirkelgespreide → |
Uitgegeven in Amsterdam door W. Versluys. |
[ 127 ]
Aldoor dat metalen ruischen van de metalen stralende zee
en het woestlichte gebots, het wreede golfweê,
het flitsige bijtige fijnstralend oneindige,
het zoowijdspreidige vloedendomheinige,
en toch dat volle natte blauwe aangerol,
het sprenkelschuime diep watervol,
't oogfijne ooglavende waterdagen,
daar boven het vlakke luchtvlaggen —
gaande daar dames wange' als bloeme dicht voor heen,
parasolzilvere, handekenshange, juweelige in oogschijn.
en het woestlichte gebots, het wreede golfweê,
het flitsige bijtige fijnstralend oneindige,
het zoowijdspreidige vloedendomheinige,
en toch dat volle natte blauwe aangerol,
het sprenkelschuime diep watervol,
't oogfijne ooglavende waterdagen,
daar boven het vlakke luchtvlaggen —
gaande daar dames wange' als bloeme dicht voor heen,
parasolzilvere, handekenshange, juweelige in oogschijn.