Grondwet van Suriname/Hoofdstuk 20
← Hoofdstuk 19. Belasting | Grondwet van Suriname (1992) door Surinaamse Overheid | Hoofdstuk 21. Regionaal bestuur → |
HOOFDSTUK XX
DE OVERHEIDSADMINISTRATIE
Artikel 157
1. De structuur van de organen van de overheidsadministratie zal zodanig zijn, dat zij hun diensten dicht bij het volk kunnen brengen om de deelname van de belanghebbende bij het actuele gebeuren te verzekeren en om bureaucratisme te voorkomen. [ 38 ] 2. Bij wet worden geschikte vormen van administratieve decentralisatie tot stand gebracht, met inachtneming van de doelmatigheid en zonder de eenheid van actie en de bevoegdheden van de Regering om richting te geven en toezicht uit te oefenen, te beperken.
3. Bij wet zullen administratieve procedures tot stand worden gebracht, die de rationaliteit zullen verzekeren van methodes die door de ministeries moeten worden gebruikt, alsmede deelname door de burgers in de besluitvorming of in de beraadslagingen die hun betreffen.
Artikel 158
1. Een ieder heeft het recht om door de organen van de overheidsadministratie geïnformeerd te worden over de voortgang in de behandeling van zaken waar hij direct belang bij heeft en omtrent eindbeslissingen, met betrekking tot hem genomen.
2. Belanghebbenden hebben toegang tot de rechter om de onrechtmatigheid van elke finale en afdwingbare handeling van organen van de overheidsadministratie te doen beoordelen.
3. In tuchtrechtelijke procedures wordt het recht van de belanghebbende op hoor en wederhoor gegarandeerd.