Grondwet van Suriname/Hoofdstuk 8
← Hoofdstuk 7. Economische ordening | Grondwet van Suriname (1992) door Surinaamse Overheid | Hoofdstuk 9. Democratische staatsordening → |
HOOFDSTUK VIII
SOCIALE ORDENING
Artikel 45
De sociale ordening rust in beginsel op een samenleving, waarin alle Surinamers dezelfde rechten en plichten hebben.
Artikel 46
De Staat schept de condities, welke ten grondslag liggen aan de vorming van burgers die in staat zijn op democratische en effectieve wijze te participeren in het ontwikkelingsproces van de natie.
Artikel 47
De Staat bewaart en beschermt de culturele erfenis van Suriname, stimuleert het behoud hiervan en bevordert het beoefenen van wetenschap en technologie in het kader van de nationale ontwikkelingsdoeleinden.
Artikel 48 [1]
1. De Staat oefent toezicht uit op het fabriceren, voorhanden hebben en verhandelen van chemische, biologische, pharmaceutische en andere produkten, bestemd voor consumptie, medische behandeling en diagnose.
2. De Staat oefent toezicht uit op alle medische beroepen, het beroep van apotheker en andere paramedische praktijken.
3. Het toezicht op de in het eerste en tweede lid genoemde produkten en beroepen, wordt bij wet geregeld.
Artikel 49
Bij wet wordt een huisvestingsplan vastgesteld, gericht op het in voldoende mate voorzien in betaalbare woningen en staatscontrole op de aanwending van onroerend goed voor volkshuisvesting.
Artikel 50
Het beleid inzake sociale zekerheid voor weduwen, wezen, bejaarden, invaliden en arbeidsongeschikten wordt bij wet aangegeven.
Artikel 51
De Staat draagt zorg voor het toegankelijk maken van de instituten voor rechtshulp ten behoeve van rechtszoekenden.
- ↑ Gew. bij S.B. 1992 no.38.