Het Nieuws van den Dag/1912/Nummer 13143/Deensche vrouwen

‘Deensche vrouwen’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Het Nieuws van den Dag, dinsdag 15 oktober 1912, 2e blad, p. 6. Publiek domein.
[ 2e blad, 6 ]

Deensche vrouwen.

De Amsterdamsche afdeeling van den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht hield gisteravond in het Nutsgebouw een druk bezochte openbare vergadering, waar mevrouw A. J. Valeton—Kjeldgaard, uit Kopenhagen, als spreekster optrad.
Zij behandelde het onderwerp: »Hoe Deensche vrouwen van goede familie den kost verdienen«.
De vergadering werd geleid door mej. J. Westerman, die in haar openingswoord zeide, dat in de afgeloopen maanden al heel weinig waardeering is getoond voor den arbeid der vrouw en die uiting gaf aan de verontwaardiging, welke gewekt werd door de in den Amsterdamschen gemeenteraad gevoerde debatten over de salarisverhooging der onderwijzeressen, wier arbeid minderwaardig werd geacht.
De presidente sprak ook met een enkel woord over de hier ter stede te houden tentoonstelling »De Vrouw 1813—1913«, wekte de aanwezigen op tot het slagen daarvan mede te werken en spoorde hen aan deel te nemen aan den komenden verkiezingsstrijd.
Mevrouw Valeton—Kjeldgaard, uit Kopenhagen hield vervolgens in de Nederlandsche taal hare lezing over de Deensche vrouwen en haar arbeid, Zij schetste de Denen, in ’t bijzonder de Kopenhagenaars, als lichtzinniger dan de Nederlanders, maar tevens als menschen, die in zich hebben den drang tot individualiteit, welke het Deensche meisje en de Deensche vrouwen er toe brengt, werk te zoeken om in eigen onderhoud te kunnen voorzien. De spreekster deelde mede, dat in de toonaangevende kringen van Kopenhagen jonge meisjes betaald werk aannemen om bijv. het budget van haar kleedgeld te verhoogen en tusschen haar bals en soirées door vindt zij gelegenheid dat werk af te maken. Vrouwen, die voor een beroep worden opgeleid, geven in den regel dit na haar huwelijk niet op, maar laten haar huishouden door een betaalde kracht bestieren, wat niet wegneemt, dat vele getrouwde vrouwen met hart en ziel haar eigen huishouden verzorgen.
Spr. deed uitkomen dat de Deensche wetten de vrouw beschermen en haar uit de staatskas het geldelijk verlies vergoeden, dat zij mochten lijden door de bepaling, dat een vrouw gedurende de vier eerste weken na haar bevalling geen arbeid mag verrichten. Deze uitkeering van Staatswege doet haar niet tot de bedeelden behooren.
In het tweede gedeelte harer lezing deelde de spreekster nog nadere bijzonderheden mede over de wijze waarop Deensche meisjes van goeden huize in haar onderhoud voorzien, bijv. door het maken van bonbons en geleien, die ze thuis maken, of met photografeeren. Twee dames van de Kopenhaagsche aristocratie hebben een restaurant en een van de gezusters houdt geregeld ’s avonds eenige uren achter het buffet toezioht op den goeden gang van zaken. Er zijn tal van vrouwen die het vak uitoefenen van goudsmid, horlogemaker, boekbinder, houtschilder, er zijn er velen die les geven in gymnastiek en dansen, of werkzaam zijn op de ministerieele bureaux, of wel met stenografie haar brood verdienen en daardoor haar zelfstandigheid zoeken, waarop de vrouw volgens do Deensche opvattingen evenveel recht heeft als de man.
Ten slotte besprak mevrouw Valeton nog den arbeid van vele gehuwde dames, die kantoorwerkzaamheden verrichten of als onderwijzeressen werkzaam zijn, waarbij ze hetzelfde aanvangssalaris ontvangen als haar mannelijke collega’s.
In antwoord op vragen, die haar door de aanwezigen, gesteld werden, deelde de spreekster nog mede, dat zij het leven der Deensche arbeidersvrouwen hier niet besproken had, omdat zij dit genoegzaam bekend achtte. Het minimum loon wordt op peil gehouden door de zorgen van de vakvereenigingen, zoodat het standaardloon niet draalt tengevolge van de concurrentie van vrouwen, die niet in de eerste plaats behoeven te werken om in haar levensonderhoud te voorzien.