Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Felicitas Publica

Fe­li­ci­ta bre­ve. Kor­te Ge­luck­sa­lig­heydt Fe­li­ci­tas Pu­bli­ca. Al­ge­mee­ne Ge­luck­sa­lig­heyt’ door Ce­sa­re Ri­pa Opi­nio­ne. ’t Ge­meen Ge­voe­len of de Waen, […]
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 151-152. Publiek domein.
[ 151 ]

Felicitas Publica. Algemeene Geluckſaligheyt.

EEn Vrouwe die met bloemen omkranſt is, ſittende in een Koninghlijcke Zeetel, houdende in de rechter hand de gevlerckte Slangeſtaf van Mercurius, en in de ſlincker de Overvloets Hooren vol vruchten en bloemen. [ 152 ]
 De Geluckſaligheyt is een ruſte des gemoeds, in een welſtant, dat van yder bekent, begeert en wenſchlijck is, en daerom ſitſe mette Slangeſtaf of ’t Caduceum, tot een teycken van Vrede en van Wijsheyt.

 Het Overvloets hooren bediet de vrucht, die door den arbeyt en moeyte verkregen is, ſonder welcke het onmogelijck is, om totte geluckſaligheyt te komen, die door middel van dieſelve gekendt en begeert wort.
 De bloemen zijn teyckens van vrolijckheyt, mette welcke de geluckighſte ſtaet altijt is vergeſelſchapt. De Slangeſtaf bediet oock de Deughd, en de Overvloets Hoorn de Rijckdom. Daerom zijn die geene onder ons, wel geluckigh, die God met ſoo veele Aerdſche goederen geſegent heeft, datſe haer konnen verſorgen tot nootdruft des lichaems, en ſoo veel te deughdlijcker, alſſe haer met de goederen der ziele konnen vermaecken.