Kleine gedigten/De spiegel

[ 14 ]


DE SPIEGEL.


Die telkens in den spiegel ziet,
En zig met schoonheid vleit;
Beseft de waare schoonheid niet,
Maar jaagt naar ijdelheid.

Dit glas maakt trots, of geeft ons pijn;
Wil 'k weeten, wie ik ben,
Dan moet Gods woord de spiegel zijn,
Waar ik mijn hart uit ken.

[ ill ]