Kleine gedigten/Klacht van den kleine Willem op den dood van zijn zusje
← De spiegel | Kleine gedigten voor kinderen (1779) door Hieronymus van Alphen | Het geschenk → |
Uitgegeven in Utrecht door de wed. Jan van Terveen en zoon. |
[ 15 ]
KLAGT
VAN DEN
KLEINEN
WILLEM
OP DE DOOD VAN ZIJN ZUSJEN.
Ach! mijn zusjen is gestorven,
nog maar veertien maanden oud.
’k Zag haar dood in ’t kistje liggen:
ach wat was mijn zusje koud!
’k Riep haar toe: mijn lieve Mietje!
Mietje, Mietje! maar om niet.
Ach! hare oogjes zijn gesloten;
schreijen moet ik van verdriet.
Altoos wil ik om haar treuren,
bloempjes strooien op haar graf:
Weenend aan de kusjes denken,
die mij ’t lieve meisje gaf.
Morgen zal ik — maar voor mij ook
is ’t gevaar van sterven groot.
Gistren liep zij met mij speelen;
gistren nog! en nu — reeds dood!