[ 1 ]LEEUWARDEN, den 25 Julij. Eenige Provincien van dit Rijk, verblijdden zich dezer dagen Z. M. onzen geëerbiedigden en geliefden Koning, den Prins van Oranje en verdere leden van de Koninklijke Familie in hun midden te bezitten, thans geniet deze Stad het groote voorregt Zijne Majesteit den Koning, den Prins van Oranje en en Hoogstdeszelfs oudsten Zoon binnen hare muren te hebben.
De blijde dag van Zijne Majesteits aankomst was op Vrijdag ll. bepaald, en die van Z. K. H. den Prins van Oranje op den vorigen dag, reeds sedert eenige dagen hielden de Ingezetenen zich onledig om gereed te zijn hunnen geliefden Vorst op eene hem waardige en met hunne zoo zeer verknochte gezindheden overeenkomende wijze te ontvangen, zoo dat alles eene luisterrijke ontvangst voorspelde, en voorwaar deze verwachting is niet te leur gesteld.
Donderdag den 22 Julij werd besteed de stad allerwege te versieren en des namiddags was alles tot de verlangde aankomst gereed, ieder huis wedijverde in fraaije versieringen, en het wapperen van eenige honderden vlaggen zoo van publieke gebouwen, molens en bijna alle particuliere huizen, maakte een wezenlijk treffende vertooning; in den avond van dezen dag ten half tien ure, arriveerde Z. K. H. de Prins van Oranje met Hoogstdeszelfs oudsten Zoon en eenig gevolg onder het gejuich van duizenden aanschouwers, stapte aan het Paleis af en verleende hierop aan Heeren Burgemeester en Wethouders benevens aan de Heeren Officieren van de dienstdoende Schutterij, dadelijk gehoor. Z. K. H. was dien morgen ten zes ure met het Koninklijke Jagt op de Lemmer aangekomen, en na aldaar van een dejeuner door den Heere Grietman van Lemsterland aangeboden, gebruik gemaakt te hebben, zijne reis door de grietenijen Gaasterland, Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, de steden Workum, Bolsward en Sneek naar hier vervolgd, hebbende Z. K. H. in de hier genoemde Steden de aldaar bestaande Schutterijen geinspecteerd.
Vrijdag den 23 Julij. Z. M. vertrok dien morgen ten 5 ure van Groningen en werd bij het inkomen dezer Provincie door den Heere Gouverneur van dit Gewest opgewacht, vertoefde vervolgens eenigen tijd ten huize van den Heere Grietman van Achtkarspelen te Buitenpost en vervolgde Hoogstdeszelfs reis, langs den onlangs aangelegden aarden baan, op den grooten Weg van Groningen naar hier, zoo dat ten half een uur Z. M. in de nabijheid dezer Stad aankwam, en met de gebruikelijke plegtigheden door Heeren Burgemeester en Wethouders verwelkomd werd. De vreugde van zoo vele duizenden aanschouwers langs de straten en markten alwaar Zijne Majesteit moest passeren, is niet te beschrijven, en het steeds aanhoudend vreugdegejuich van de blijde menigte vergezelde den trein naar het Paleis, alwaar Zijne Majesteit ten 1 uur afstapte; weldra na Hoogstdeszelfs aankomst, werd gehoor verleend aan de Civiele en Militaire autoriteiten, de Geestelijken der onderscheidene Godsdienstige gezindheden, Ambtenaren en Particulieren, hetwelk wegens deszelfs talrijkheid eerst ten 6 uren eindigde; des avonds ten 10 uren vereenigde zich het fraaije corps Muzijkanten der Schutterij voor het Paleis en voerde aldaar eenige Muzijkstukken uit.
Zaturdag den 24 Julij. Ten 7 ure werd de dienstdoende Schutterij door Z. K. H. den Prins van Oranje als Kolonel Generaal geinspecteerd; de uitmuntende houding zoo wel als de verrigte manoeuvres droegen bijzonder de goedkeuring van Z. K. H. weg, en heeft zulks in de vleijendste bewoordingen aan den Heer Commandant en verdere Officieren betuigd. Ten 9 uren verliet Z. M. vergezeld van den Prins van Oranje en Hoogstdeszelfs Kleinzoon, het Paleis, ten einde de nieuw gebouwde Militaire Caserne te bezigtigen, Z. M. betuigde zijne hooge tevredenheid over dit fraaije gebouw, zoo wegens derzelver zamenstelling als doelmatige inrigting; hierna begaven de Vorstelijke Personen zich naar het Huis van Reclusie en Tuchtiging, en na alles zeer naauwkeurig onderzocht en bezigtigd te hebben, betuigde Z. M. aan de Commissie van Administratie Hoogstdeszelfs bijzonder genoegen, omtrent deze zoo bekende wijze besturing. De vroeger opgerigte armenscholen en nu kortelings gebouwde tusschenscholen werden mede bezocht, Z. M. zich met belangstelling naar deze zoo veel goeds voorspellende inrigtingen hebbende doen inlichten, betuigde op de vereerendste wijze aan den Heer Burgemeester Hoogstdeszelfs blijkbare tevredenheid.
Op den middag begaven Z. M. en H. K. H. zich naar de plaats alwaar de Harddraverij van Paarden zoude plaats hebben, en weldra nam de wedloop een aanvang; vier en twintig der vermaardste Harddravers van deze en andere Provincien hadden zich ter mededinging aangeboden; de draverij liep ten 3½ uren in de uiterste orde af en de uitgeloofde prijs, bestaande in eene net gewerkte Gouden Zweep, werd behaald door den Landbouwer Klaas Andries Siccama, te Dantumawoude. — De winner vervoegde zich met het paard voor het balcon, waarop zich de Vorstelijke personen bevonden, en ontving met gepaste toespraak den prijs, uit handen van Z. K. H. Prins Alexander.
Na afloop van dit volksvermaak was er diner ten Hove, alwaar eenige hoofden van Collegien en Administratien genoodigd waren. Des avonds gaf de Heer Gouverneur van dit gewest een prachtig Thé Dansant, hetwelk Z. M. benevens de Prins van Oranje en Prins Alexander met hunne hooge tegenwoordigheid hebben vereerd; gelijk bij iedere gelegenheid, genoot ook hier ieder der talrijke aanwezigen blijken van die uitstekende minzaamheid welke Hoogstdezelven zoo zeer eigen zijn.
Heden in den voormiddag woonden Z. M. en H. K. H. de godsdienstoefening in de Groote Kerk, onder het gehoor van Ds. A. L. van der Boon Mesch bij, welke in eene gepaste leerrede, de aandacht bepaalde bij 1 Timoth. 1 vs. 17. In de hartelijkste bewoordingen betuigde de spreker het voorregt dat deze ge-
[ 2 ]meente ten deel viel het vorstelijk gestoelte zoo waardig bezet te zien, en de zoo juist gekozene toespraken, welke zijne Eerw. met het warmste gevoel uitboezemde, verwekte bij de zoo talrijke schare algemeenen indruk.
Des namiddags was er diner ten Hove, waarop vele aanzienlijken genoodigd waren.
Z. M. benevens H. K. H. vereerden in den avond de Stads Tuin met hunne hooge tegenwoordigheid en werden in de met smaak versierde Rotonde door heeren Burgemeester en Wethouders, benevens eene Commissie uit den Stedelijken Raad ontvangen; weldra behaagde het Z. M. en H. K. H. deze fraaije plek gronds te doorwandelen, welke op eene allezins behagelijke en smaakvolle wijze, namens het Stedelijk Bestuur was verfraaid en verlicht; ten 10 ure werd mede namens het Stedelijk Bestuur een prachtig vuurwerk afgestoken, welks goede afloop mede veel bij bragt om de genoegens van dezen dag te verhoogen, welke in zoo onderscheidene opzigten hoogst belangrijk genoemd mag worden.
Omstreeks elf uren is Z. K. H. de Prins van Oranje, benevens Hoogstdeszelfs Zoon van hier vertrokken naar Brussel, in aller harten een duurzaam aandenken overlatende, voor de vele blijken van minzaamheid en voldoening, bij alle gelegenheden door Hoogstdenzelven te kennen gegeven.
Zoo men verneemt, is het vertrek van Z. M. den Koning op Dingsdag bepaald.