Limburger Koerier/Jaargang 47/Nummer 212/België

‘België’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Limburger Koerier, dinsdag 20 december 1892, [p. 2]. Publiek domein.
[ 2 ]

België.

– Te Brussel heeft een plechtige lijkdienst in de Gudulakerk plaats gehad voor de zielerust van kardinaal Lavigerie, welke door een groot aantal hooggeplaatsten is bij gewoond. De geheele kerk was met rouwversierselen behangen en in het midden stond een hooge lijkbaar, met de waardigheidsteekenen van den overledene. Onder de aanwezigen waren graaf Jolly, als vertegenwoordiger des konings, kapitein van Gele, de pauselijke nuntius en de aartsbisschop van Mechelen, de minister van buitenlandsche zaken, graaf de Mérode, en de Nederlandsche gezant, baron Gericke van Herwijnen, mgr. Solvyns en baron Lambermont, enz. De lijkrede werd uitgesproken door mgr. Cartuyvels, vice-rector der Leuvensche hoogeschool.

– Zaterdag had in de grenadiers-kazerne te Brussel de plechtige erkenning plaats van prins Albert, den zoon van den graaf van Vlaanderen, als tweede-luitenant. De koning, de koningin, prinses Clémentine, de graaf en gravin van Vlaanderen en de twee prinsessen, en alle generaals woonden, voor het front van het geheele regiment, de plechtigheid bij. Nadat de eed was afgelegd, hield de koning eene toespraak, waarin hij verklaarde zich zelven geluk te wenschen met het optreden van zijnen neef in het leger. In warme bewoordingen prees hij het Belgische leger, dat zijnen plicht zal vervullen tegenover het het binnen- zoowel als het buitenland. Aan de Belgische officieren, zeide de koning voorts, is de ontwikkeling aan de Kongo te danken. Zich met van groote aandoening getuigende woorden tot zijnen neef wendend, bracht de koning dezen zijne verplichtingen als soldaat in de herinnering.

De minister van oorlog sprak een woord van dank uit naam van het leger.