Mengelingen/Op des Konings afbeeldsel
← Aan mijns broeder jonggeboren zoontjen | Mengelingen (1855) door Willem Bilderdijk | Op hetzelfde afbeeldsel → |
Uitgegeven in Schiedam door H. A. M. Roelants. |
Op des Konings afbeeldsel.
Het goud der Diadeem blink’ schittrend om de hairen,
Het maakt den luister niet van Hollands LODEWIJK:
Neen, de adel van zijn ziel, zijn eerbied voor de altaren,
Zijn zucht om wel te doen, Bataafscher dan zijn Rijk.
Lees, Neêrland, uw geluk in d’oogstraal van uw’ Koning:
Die spreide u ’t zuiverst hart, den braafsten Vorst, ten toon!
Hy vergt u trouw en deugd voor kruipende eerbetooning,
En Gode ’t best zijns volks voor ’t flikkren van zijn kroon.
Het maakt den luister niet van Hollands LODEWIJK:
Neen, de adel van zijn ziel, zijn eerbied voor de altaren,
Zijn zucht om wel te doen, Bataafscher dan zijn Rijk.
Lees, Neêrland, uw geluk in d’oogstraal van uw’ Koning:
Die spreide u ’t zuiverst hart, den braafsten Vorst, ten toon!
Hy vergt u trouw en deugd voor kruipende eerbetooning,
En Gode ’t best zijns volks voor ’t flikkren van zijn kroon.