[ 16 ]

16 VERANDERING DER SURINAAMSCHE INSECTEN.

DE XVI. AFBEELDING.


DEzen boom word in America Caschou Boom[1] en zyne vrucht Caschou Appels genaamt, men heeft twederlei zoorten, den eenen heeft witte bloeisel en brengt geele appels, den anderen heeft roode bloeisels en brengt roode appels, maar het groene loof is eenderlei. De appels zyn suurachtig van smaak, tezamen trekkende, zyn dog goed om te kooken, aan zommige plaatsen van America perst men wyn daaruit, die zoo sterk is, dat de gene die de zelve onmatig drinken, dronken daar van werden. Aan de appels zit een krom gewas als een nier, dat eigendyk de Caschou is, als aan twee vruchten met de Caschou tegen de boom aan leggende te zien is. Dit gewas is zeer scharp, het zap daar van vreed huid-en vleesch weg, zo dat men fontanellen daar mede zette kan, maar als dit gewas gebraden is, zoo is het goed tegens den loop, verdryft ook de Wormen, en smaakt als een castanje, de bladen wassen kroons-wyze om den boom, gelyk aan dezen tak te zien is.

Ik vond Anno 1701. tweederlei zoort van Rupsen op dezen boom, waar van de een zoo wit als sneeuw, en zeer hairig was, als op het blat leit, deze heb ik met dit loof gevoed tot den 3. Maart, wanneer hy tot een bruin Poppeke geworden is, waaruit den 18. Maart een doorsichtige Capelle quam, als deze vliegende verbeelt.

De bovenste roode Rupse was zeer ras in 't loopen, sig zoekende een plaats om in te spinnen, gelyk het dan den 5. April begon, waar uit den 20. dito een houtverwige Uil quam.


Deze boom is de Anacardium Occidentale cajous dictum, officulo reni leproris figura Herm. Cat. en werd omstandig beschreeven in het derde deel van de Hortus Malabaricus, met de naam van Kapa-mava en Katjavomaram, des zelfs verscheide andere benaaminge werden in myn Flora Malabarica by den andere gevoegt.

 
  1. Bedoeld is de kasjoeboom (Anacardium occidentale) - noot van de Wikisource-bewerker