Nieuwe Haarlemsche Courant/Jaargang 41/Nummer 2902/Gemeenteraad

‘Gemeenteraad. (Zitting van gisteren.)’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Nieuwe Haarlemsche Courant, vrijdag 1 december 1916, Tweede blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ tweede blad, 1 ]

GEMEENTERAAD.

(Zitting van gisteren.)

 Gisteren kwam de Raad — naar wij in een gedeelte onzer vorige oplage mededeelden — andermaal bijeen ter verdere behandeling van het voorstel van B. en W. in zake eene tijdelijke verhooging van de prijzen van gas en electriciteit, dat, met de amendementen der heeren Andreae c. s., wij in ons nummer van Woensdag vermeldden.
 Afwezig zijn de heeren Bruch en v.d. Boogaardt en verder zijn er twee vacatures. Na de opening dienden de heeren Andreae c.s. eene motie in om zich uit te spreken tot bezuiniging van gas en electriciteit voor eene tijdelijke winkelsluiting om 8 uur en voor een slutng der café’s een uur vroeger.
 De heer NAGTZAAM licht die motie toe en zet uiteen, dat daarmede eene aanmerkelijke besparing van gas en electrischen stroom zal worden verkregen. De voorstellers achten dit het middel tot bezuiniging.
 Een middel dat meer voor de hand ligt dan eene verandering van tarief. Men had dit eigenlijk voorop moeten zetten. De bedoeling is om art. 1 van de winkelsluitingverordening tijdelijk te wijzigen.
 De VOORZITTER zegt dat ’t alleen gaat om bezuiniging en dat men dus wel de zaken kan openlaten, maar alleen verbieden het bezigen van gas en electriciteit. Iemand als Brinkmaan kan bijv. zijn zaak wel à la giorno willen verlichten.
 Beter acht spr. om eerst toe te passen het nu aanhangige voorstel en als dat niet baat pas te gaan toepassen ’t middel in de motie aangegeven. Dan kan men eerst zien of de verandering der tarieven baat geeft. Om nu reeds te gaan dwingen, zonder dat men weet of ’t laatste helpt, dat acht spr. verkeerd.
 De heeren ANDREAE en VAN LIEMT verdedigen hun voorstel op grond daarvan, dat indien men alleen de tarieven gaat verhoogen, dit niet zal leiden tot bezuiniging, daar dan om de concurrentie de winkeliers toch licht zullen blijven branden, denkende alles is duurder, dan moet dat er ook maar af.
 De heer VISSER verklaart een aantal winkeliers te hebben gesproken, die er zoo over denken en meent dat dus wel terdege noodig is het middel in de motie aangegeven.
 De heer SCHREUDERS redeneert als de voorzitter en wil eveneens nu niet aanstonds een dwangmaatregel toepassen, maar eerst eens afwachten of eene verhooging der tarieven helpt. Indien dat niet helpt, dan zullen B. en W. wel met een ander voorstel later komen. Laat men dan daarop vertrouwen!
 De heer SCHRAM wil alleen verbieden gasgebruik en dat van electrischen stroom in zaken na 8 uur, maar ze wel openlaten. Dan kunnen de zakenmenschen gaan branden petroleum, en worden inzonderheid de kleine winkeliers gebaat.
 De heer BOMANS zet uiteen, dat de winkeliers geen bezwaar tegen een winkelsluiting om 8 uur hebben, maar blijkt uit een ingekomen adres van ’t Bestuur der Haarl. Handelsvereeniging. Laat men dan niet zijn plus royaliste dan de winkeliers zelve willen zijn.
 De heer v. d. KAMP zegt dat vele winkeliers zeiden tegen hem niets geen bezwaar tegen een 8-uur-sluiting te hebben, mits dat eene verplichting zij en een tijdelijke. Immers men hoopt weder op een invoering van den zomertijd.
 De VOORZITTER acht ’t heel onbillijk dat men verdere maatregelen wil gaan nemen, dan de minister wil en zet uiteen, dat men door die verdere maatregelen velen in hun zaken zal treffen. Spr. sprak eenige verlofhouders, die van een uur vroeger sluiting schade zullen ondervinden.
 Waarom zal men nu de menschen onaangenaam gaan treffen, indien de Min dat niet noodig acht. Dat is onbillijk.
 De heer MODOO gevoelt er meer voor om de zaken te verbieden van des avonds 8 tot ’s ochtends 6 uur gas en electriciteit te bezigen.
 Dan deelt spr. mede dat ’t in de bedoeling van B. en W. ligt om met ingang van 1 Dec. wat aangaat de straatverlichting de nachtverlichting in te voeren. De lantaarns zullen dus dan des avonds om de andere branden.
 Ten slotte is de motie Andreae verworpen met 16—11 stemmen. Vóór stemden de heeren Van Liemt, v. d. Kamp, Andreae, Hoog, Visser, Bomans, Groenendaal, Poppe, Timmer, Nagtzaam en de Braal.
 Vóór de stemming had de heer ANDREAE gezegd, — nadat de vergadering even was geschorst ten einde dat de heeren zich konden beraden — dat men de motie wenschte te handhaven, maar dat indien ze werd verworpen, men een andere zou voorstellen.
 In die nieuwe motie, die daarna werd ingediend, spreekt de Raad zich uit voor een verbieden van ’t gebruik van gas of electrisch licht na 11 uur des avonds voor wat aangaat tapperijen en na 8 uur des avonds voor wat aangaat de winkels, met dien verstande, dat op Zaterdagavond na 10 uur de winkels geen gas en electrisch licht zullen mogen gebruiken.
 Over die motie werd gestemd. Ze werd aangenomen met tegenstemming der heeren Schreuders, Loosjes, Heerkens, Thijssen, de Breuk en Kuenen; nadat een amendement der wethouders om in de motie te lezen: „zoodra B. en W. dat noodig oordeelen, was verworpen met voorstemming der heeren: Loosjes, Heerkens Thijssen, de Breuk, Ribbius, Modoo, Bregonje en Schram.
 Daarna worden nog een paar opmerkingen gedaan over ’t amendement waarover heden zou worden herstemd om in a. van ’t voorstel van B. en W. te lezen: „in de maanden December, Januari en November voor de eerste 60 kub. M. per maand.” Het werd met 16—11 stemmen aangenomen.
 Om aan eenige bezwaren van den heer Modoo tegemoet te komen, voegen de heeren ANDREAE c.s. aan hun voorstel in de alinea aangaande de 70 pCt. toe; „maar in allen gevalle over de hoeveelheid, bedoeld in a, b en c.”
 De heer MODOO deelt mede, vóór de eindstemming over ’t voorstel Andreae c.s., dat hem is gebleken, dat 80 pCt. der gasverbruikers per maand minder dan 150 kub. M. gas gebruiken, dat dus ’t voorstel van B. en W. is in ’t belang van de kleine verbruikers en dat de heeren slechts dienen met hun voorstel ’t belang van de 20 pCt. die meer dan 150 kub. M. per maand gebruiken.
 De heer ANDREAE gaat na dat indien de winkeliers, willen zij bij ’t voorstel der heeren per maand meer kunnen besparen dan bij dat van B. en W. en zet in verband daarmee nog eens uiteen waarom ’t voorstel der heeren aanbevelenswaardig is.
 Daarna wordt het voorstel der heeren Andreae c.s. aangenomen met 23—6 stemmen, die der heeren: Loosjes, Heerkens Thijssen, de Breuk, Modoo, Bregonje en Schram.
 Mitsdien is bepaald dat het voorstel van B. en W. in dien zin is gewijzigd:
 1. Art. 1 wordt gelezen als volgt:
 A. van het gas wordt de prijs berekend als volgt:
 I. Geleverd over den muntgasmeter: 8 cents per kub. M.
 a. in de maanden December, Januari en November voor de eerste 60 kub. M. per maand;
 b. in de maanden Februari, Maart, April, September en October voor de eerste 50 kub. M. per maand;
 c. in de maanden Mei, Juni, Juli en Augustus voor de eerste 40 kub. M. per maand;
 11 cents per kub. M. voor elken kub. M. per maand meer.
 2. Geleverd over den gewonen meter:
 7 cents per kub. M. over eene hoeveelheid gelijkstaande met 70 pCt. van den aan den afnemer geleverde hoeveelheid in de gelijknamige maand van het vorig jaar, maar in allen gevalle over de hoeveelheid, bedoeld in a, b en c.”
 12 cents per kub. M. voor elke kub. M. per maand meer, met dien verstande, dat, indien de afname gelijk is of minder bedraagt dan:
 a. in de maanden December, Januari en November 60 kub. M.;
 b. in de maanden Februari, Maart, April, September en October 50 kub. M.;
 c. in de maanden Mei, Juni, Juli en Augustus 40 kub. M.,
 de prijs voor de geheele afgenomen hoeveelheid gas blijft bepaald op 7 cents per kub. M. over de geheele rekening.
 B. Van den electrischen stroom wordt de prijs berekend ais volgt: het bedrag dat de maandrekening volgens het tegenwoordig tarief berekend meer bedraagt dan 70 pCt. der rekening in de gelijknamige maand van het vorig jaar, wordt met 5/7 van het restant-bedrag verhoogd met dien verstande, dat geen verhooging wordt toegepast indien de maandrekening minder bedraagt in de maanden onder 2 a, b en c bedoeld dan respectievelijk ƒ 4.20, ƒ 3.50 en ƒ 2.80.
 II. Een nieuw artikel 2 worde ingevoegd (met vernummering der volgende artikelen):
 Art. 2. Voor hen, die minder dan een jaar afnemer zijn van gas of electrischen stroom, wordt de in art. 1 vermelde 70 pCt. gelijk gesteld met de waarde van X in de volgende formule:

X = × × c. waarin:

 c. beteekent: 1o. voor gas: de hoeveelheid afgenomen gas, uitgedrukt in kub. M., in de maand waarover de rekening loopt;
 2o. voor electrischen stroom: de hoeveelheid stroom uitgedrukt in den prijs volgens het bestaande tarief in de maand waarover de rekening loopt;
 b. is: de totale hoeveelheid gas of electrischen stroom, afgenomen over de geheele stad in de maand, waarover de rekening loopt;
 a. is: de hoeveelheid gas of electrischen stroom afgenomen over de geheele stad in de gelijknamige maand van het vorig jaar.
 Art. 4. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder maand verstaan het tijdvak liggende tusschen twee opeenvolgende meteropnemingen.
 Art. 4. De betaling overeenkomstig de voorgaande artikelen zal voor de eerste maal verschuldigd zijn over de maand ingaande met de eerste meteropneming, die na den 1en December e. k. plaats heeft.
 Daarna werd de openbare raadszitting gesloten.