Nieuwsblad van het Noorden/Jaargang 45/Nummer 13/Een prachtige vergadering
‘Een prachtige vergadering. De bijeenkomst in het Koloniaal Museum op 12 Januari te Amsterdam’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit het Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 16 januari 1932, derde blad, p. 12. Publiek domein. |
Een prachtige vergadering.
De bijeenkomst in het Koloniaal Museum op 12 Januari te Amsterdam.
Toen de voorzitster van den Nationalen Vrouwenraad, de initiatiefneemster voor deze bijeenkomst, de vergadering opende, was de groote zaal geheel bezet, voor het overgroote deel door vrouwen, bijeengekomen in verband met de a.s. Ontwapeningsconferentie van den Volkenbond, om te getuigen van haar ernstigen wil tot vrede.
Rosa Manus, deze eminente talenkenster, is secretaresse van het Ontwapeningscomité. De vrouwenbeweging voor den vrede is een groote beweging. Zij omvat
veertig millioen vrouwen
in vier en vijftig landen.
Het was met een gevoel van trots en dankbaarheid, dat wij deze mededeeling hoorden.
Het eerste werk van de vrouwenbeweging is geweest, internationale verbinding te zoeken. Ziet, als wij dat beseffen, dan is het toch een hoopvol teeken, dat de vrouwen overal zoeken naar wat haar verbindt.
Het zijn vogels van verschillende pluimages, die daar spreken, een ieder belicht op haar wijze den weg tot den vrede, maar één zijn deze veertig millioen vrouwen, hier vertegenwoordigd. Wij willen onze zonen, onze mannen, onze broeders niet meer afstaan aan dat bloedig oorlogsspel, aan die helsche ontketening van alle duivelsche machten.
Het is een ernstige, hoog staande bijeenkomst, vastbeslotenheid, brandende begeerte tot den vrede staat op al die gezichten te lezen.
De voorzitster, Mevrouw M. C. Doorman—Kielstra, geeft een rustige leiding, waardig staat daar het kleine figuurtje en overziet de honderden.
Rosa Manus is overborrelende van vitaliteit, ze heeft zooveel te zeggen, zij heeft zoo veel te geven, zij voelt zoo absoluut internationaal, dat zij, de geboren en getogen Nederlandsche, telkens een Engelsch woord gebruikt, waarvoor zij niet zoo gauw een gelijkwaardig Hollandsch woord vindt.
Dan zien wij zitten Mevrouw Bakker—Nort met haar ernstig, vermoeid gezicht. Zij, die al zooveel redevoeringen dagelijks in de Kamer aanhoort, hoe weet zij mee te leven, hoe fel is haar aandacht voor de woorden van de vrouwen, medestrijdsters in den kamp om den vrede.
De moeder, die den knaap Vrede zoekt — een golf van ontroering ging door die heele zaal reeds bij dat aangrijpend begin. WelEdele Heeren en gij, schoone vrouwen, zaagt gij ook een knaap .... Meesterlijk draagt Liesbeth Sanders dit vers van onze grootste dichteres Mevr. Roland Holst voor.
Dan komt voor het spreekgestoelte een oudere vrouw, en zij begint te spreken. Het is geen krachtige stem, maar elk woord is duidelijk, elke zin volkomen af. Zij heeft haar rede opgeschreven, maar de bezieling windt haar op — vergeten de aanteekeningen — het wordt een aangrijpend woord van hart tot hart. En de vrouwen voelen mee, de vrouwen komen diep onder den indruk van de woorden van Mevrouw Ros—Vrijman. Fel zegt zij haar smart, haar schandegevoel, omdat de wetenschap zich in oorlogsdienst stelde en stelt. Fel laat ze het tekort der vrouwen zien, om dan in een bewogen peroratie op te wekken tot den vredesstrijd.
Een ovatie wordt haar gebracht na deze gloedvolle toespraak.
Onder groote geestdrift wordt dan een motie aangenomen, getuigende van den vasten vredeswil der vrouwen en waarin de hoop wordt uitgesproken, dat de a.s. ontwapeningsconferentie ten volle slagen zal.
Een goede vergadering — wij zijn trotsch op het werk van de leidende figuren in de Vrouwenbeweging.