Pagina:Bilderdijk, Rotsgalmen 2 (1854).djvu/82

Deze pagina is proefgelezen

— 84 —

De bewijzen van dit alles ben ik gewoon in mijne Voorlezingen over de Geschiedenis onzes Lands by te brengen; hier behooren zy niet.

Floris legertocht naar Friesland ter ontdekking van zijn Vaders lijk en betemming der Friezen, waarvan de listige Aleid alle moeite deed om hem af te houden, was blinkend en gelukkig. — In uitzicht dat Floris zoon uit Agnes hem, ter zake van het Pauslijk banverband niet zou kunnen opvolgen, had zy of de haren by den Keizer het verlei in verbeiding, van Holland en Zeeland bekuipt; en het zelfde deed ook de Graaf van Hennenberg, uit eene andere Zuster van Koning Willem gesproten, wien de Henegouwers hun medeaanspraak naderhand afkochten.

Dat de Leeuw van keel de rode Leeuw van Holland is, zal (hoop ik) ieder één weten. — Heusdens wiel is rood op goud, doch gelijk alle de jonger zoons van dit Huis hun wapen door de verandering van kleur en metalen braken, twee takken alleen uitgezonderd, die geheel andere wapens aannamen, voerde Van der Sluis dit wiel op keel; en is Heusdens zilvren wiel niet HEUSDEN, maar VAN DER SLUIS, hetgeen onze Scriveriusen en dergelijken of niet wisten of vergaten op te merken.[1] Het verlossen van Holland uit het geweld der Vlamingen, door Witte van Haamstede, waarop in dezen brief gedoeld wordt is bekend; en daartoe behoort de OUDHOLLANDSCHE SLACHTZANG, op bladz. 77 tot 79

Ook in dezen Slachtzang is Heusdens schittrend wiel het zilvren wiel van Van der Sluis. Alle die takken, als gezegd is, op twee na, voeren Heusdens wiel, gelijk ook aller wapenkreet is HEUSDEN is, doch die van Haamstede, HOLLAND. — De blijde overwinning op de Vlamingen in Zeeland, ten tijde van Koning Willem, die juist daarby aanlandde, beschrijft Melis Stoke zeer uitvoerig, en hoe die Vlamingen nar hun volkomen en inderdaad jammerlijke neêrlaag, naakt uitgeschud, en met bladeren om ’t lijf ten einde hunne schaamte te dekken, door ’t Konings barmhartigheid die zy afsmeekten, vrij en zonder losgeld naar hun land te rug wierden gescheept — BOUDEWIJN, de Vijfde van dien naam, een der vermaardste Vorsten van zijnen tijd was by de minderjarigheid van Koning Filip den Eerste, Regent van Frankrijk, en uit hem stamden de Graven van Vlaanderen, van Koning Willems en later tijd, af. Met recht mochten zy op dezen als Voorvader roem dragen, zoo wel als op hem die in 1208 Keizer van ’t Oosten werd, en wiens dochter de evengemelde Margriet was. De fiere Ridder, het bloed van Boudewijn, is de zelfde Guido, later genoemd, de Zoon van Margareet die

  1. Den Leeuw van keel met Heusdens zilvren wiel op de borst roemen, is wat men met de Fransche uitdrukking blazonneeren heet, en dit wordt ook gebruikt voor in ’t schild voeren.