Pagina:Stijl vol 01 nr 07 p 073-077.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen
A­BON­NE­MENT BIJ VOOR­UIT­BE­TA­­LING BIN­NEN­LAND 4.50 BUI­TEN­LAND 5.50 PER JAAR­GANG. VOOR AN­­NON­CES WEN­DE MEN ZICH TOT DEN UIT­GE­VER.

MAAND­BLAD VOOR DE BEEL­DEN­DE VAK­KEN. RE­DAC­TIE THEO VAN DOES­BURG. UIT­GA­VE X. HARMS TIE­PEN.

ADRES VAN RE­­DAC­TIE: KORT GAL­GE­WA­TER 3 LEI­DEN. AD­MI­NI­STRA­TIE: X. HARMS TIE­PEN, HY­PO­LI­TUS­BUURT 37 DELFT, INTERC. TEL. 729 EN 690.

1e JAARGANG.
NUMMER 7.
MEI. NEGENTIENHONDERDACHTTIEN

DE NIEUWE BEELDING IN DE SCHILDERKUNST.

DOOR PIET MONDRIAAN.

VI. DE REDELIJKHEID DER NIEUWE BEELDING. (VERVOLG).

Oogenschijnlijk is het weinig modern zich op een oude waarheid te beroepen om de redelijkheid van het nieuwe in het licht te stellen. Oogenschijnlijk evenwel, want het nieuwe toch is niet anders dan een andere verschijning van de universeele waarheid, die onveranderlijk is (zie art. II blz. 13).
Diè waarheid, door alle tijden heen waar, is reeds in de oudheid op verschillende wijzen geformuleerd, en onder deze uitdrukkingen der wijsheid is er éen, welke de ware beteekenis der kunst volkomen omschrijft: door het tegendeel worden de tegendeelen, hoe dan ook, het beste gekend. Ieder weet, dat om zoo te zeggen niets ter wereld uit zich zelf en op zichzelf denkbaar is, maar beoordeeld wordt door vergelijking met zijn tegendeel (Philo van Alexandrië, Bolland—Zuivere Rede). Eerst heden, nu het tijdsbewustzijn daartoe is gerijpt, nu een meer evenwichtige verhouding van het innerlijke en uiterlijke, van het geestelijke en natuurlijke al meer en meer bestaanbaar wordt, komt de kunstenaar langs den weg der kunst (d.i. dien van het uiterlijke) tot de bewuste erkenning van die waarheid der ouden, welke reeds sedert lang door het logisch denken (Hegel) opnieuw naar voren gebracht is. 1).
De kunst — als eene der openbaringen van de waarheid — heeft de waarheid der tegendeeligheid steeds tot uitdrukking gebracht, doch eerst in deze tijd scheppend gerealiseerd. De scheiding tusschen Oude- en Nieuwe schilderkunst moeten wij dan ook erkennen, zoodra we inzien dat de Natuurlijke Schilderkunst die waarheid slechts gesluierd en onevenwichtig openbaarde, terwijl de Nieuwe Beelding haar in bepaaldheid en evenwichtigheid beeldt.
Alle schilderkunst heeft het zichtbare (waarvan zij uitgaat) tot eene den mensch ontroerende schoonheid verwerkt door ook het tegendeel van het zichtbare tot beeldende uitdrukking te brengen in het natuurlijke. 2). Doch niet alle schilderkunst heeft dat tegendeel in evenwichtige verhouding met het natuurlijke gebeeld. 3).

73