Rotsgalmen/Lentebede
← Winter | Rotsgalmen (1854) door Willem Bilderdijk | Medeelzaamheid → |
Uitgegeven in Schiedam door H. A. M. Roelants. |
Lentebede.
De harde winter is vervloten;
Geen stormwind schudt de dorre haag,
Geen ruisselende regenvlaag
Wordt op den veldgrond neêrgeschoten;
Geen stormwind schudt de dorre haag,
Geen ruisselende regenvlaag
Wordt op den veldgrond neêrgeschoten;
Een balsemende Lentelucht
Doordringt der planten zwellende aderen
Ontwikkelt bloesemknop en bladeren,
Doorademd van des levens zucht.
Doordringt der planten zwellende aderen
Ontwikkelt bloesemknop en bladeren,
Doorademd van des levens zucht.
ô Gy, wiens hand en veld en hoven
Met geurig kruid en bloemen siert,
En ’s Hemels wentelloop bestiert
Om ’s aardrijks vruchtbren schoot te stoven:
Met geurig kruid en bloemen siert,
En ’s Hemels wentelloop bestiert
Om ’s aardrijks vruchtbren schoot te stoven:
Geef, by de ontloken bloesemschat
Van Uw weldadig welbehagen,
Ons hart de dankbre vrucht te dragen
Die zaad voor de eeuwigheid bevat;
Van Uw weldadig welbehagen,
Ons hart de dankbre vrucht te dragen
Die zaad voor de eeuwigheid bevat;
Ontwikkel by ’t verrukt ontwaken
Der ingesluimerde Natuur,
In ons ’t bedolven levensvuur,
En laat het U ter eere blaken!
[ 59 ]Der ingesluimerde Natuur,
In ons ’t bedolven levensvuur,
En laat het U ter eere blaken!
En daar de bie om ’t frissche kruid
Op ’t gonzend vlerkjen rond mag zweven,
ô Laat mijn Lofzang t’Uwaart streven,
En stort’ hy U mijn boezem uit!
Op ’t gonzend vlerkjen rond mag zweven,
ô Laat mijn Lofzang t’Uwaart streven,
En stort’ hy U mijn boezem uit!
Na het Ethiopische bij JONES.
1824.