Troonrede 17 september 1996 Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012) door Koningin Beatrix, Ministerpresident en ministers

Troonrede 16 september 1997

Troonrede 15 september 1998

Op dinsdag 16 september, Prinsjesdag 1997, sprak Hare Majesteit de Koningin de onderstaande troonrede uit.

[ 98 ]

De vele contacten op regeringsniveau die in de afgelopen tijd met onze Benelux-partners, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn ontwikkeld, tonen het belang aan dat wederzijds wordt gehecht aan goed nabuurschap. Dit kan tevens bijdragen aan een versterking van de Europese Unie.

De wereld telt nog steeds meer dan een miljard mensen die in absolute armoede leven. Armoede, milieudegradatie en geweld versterken elkaar in een neergaande spiraal. In 1997 zal ons land daarom 20 % van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking besteden aan hulp voor basisvoorzieningen, zoals gezondheidszorg, drinkwater en onderwijs. Voorts is een belangrijke plaats gereserveerd voor internationaal natuur-, milieu- en klimaatbeleid, met name gericht op het behoud van het tropisch bos. Ook de culturele samenwerking met ontwikkelingslanden krijgt een extra stimulans.

De regering zal zich actief blijven inzetten voor democratisering en een betere naleving van de universele rechten van de mens, zowel bilateraal als via de Europese Unie.

Leden van de Staten-Generaal,

Volgend jaar is het een halve eeuw geleden dat met de aankondiging van het Marshallplan de kiem werd gelegd voor Europese samenwerking. Door prioriteit te geven aan wederopbouw werd het toen mogelijk ons beproefde land op te stuwen naar een hoog. peil van welvaart. Nederland staat ook na de eeuwwisseling voor zware opgaven. Met het herstel van onze economie, waaraan door zo velen is bijgedragen, is de basis gelegd voor de opbouw van een harmonieuze samenleving. Laten we inspiratie putten uit de naoorlogse ervaring en opnieuw investeren in de toekomst.

Van harte spreek ik de wens uit dat u uw verantwoordelijke taken met toewijding en grote inzet zult vervullen, in het vertrouwen dat velen met mij u wijsheid toewensen en om zegen voor u bidden.   [ 99 ]

Troonrede 16 september 1997
Beatrix, Koningin der Nederlanden
(Minister-president: Wim Kok)


Leden van de Staten Generaal,

Dankzij de inspanningen van zeer velen heeft ons land in de afgelopen jaren belangrijke vooruitgang geboekt, zowel in sociaal als in economisch opzicht. De vooruitzichten voor 1998 zijn gunstig. Op ons allen rust de taak om de basis voor welzijn en welvaart verder te versterken. Voortgaande, groei van de werkgelegenheid en bevordering van maatschappelijke en economische participatie door alle burgers staan hierbij voorop. Met het gezond maken van de overheidsfinanciën en met de duurzame versterking van de economische structuur dient te worden voortgegaan. Van een vitale economie kan echter geen sprake zijn wanneer de kwaliteit van ons leefmilieu onvoldoende gewaarborgd wordt. Werken aan de toekomst betekent ook investeren in mensen, in hun kennis en vaardigheden , in goed onderwijs, en daarmee in kansen om deel te nemen aan de samenleving.

Het aantal mensen met een sociale uitkering daalt. De werkgelegenheid blijft krachtig doorgroeien. Eind volgend jaar zullen naar verwachting bijna een half miljoen personen sneer betaalde arbeid verrichten dan vier jaar daarvoor. Onder hen zijn ook vele allochtonen. Toch blijft het noodzakelijk dat de deelname aan de arbeidsmarkt verder wordt vergroot, in het bijzonder voor hen die weinig opleiding of onvoldoende werkervaring hebben. De mogelijkheden voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten tot herintreding zullen worden verruimd, ook door maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid. De positie van oudere werknemers verdient eveneens aandacht. Het voortijdig buitenspel zetten van mensen is sociaal schrijnend en, in het licht van de komende vergrijzing, economisch steeds minder verantwoord. Ruimere scholings- en opleidingsmogelijkheden en het bestrijden van leeftijdsdiscriminatie zullen aan ouderen de kans bieden om langer aan het arbeidsproces deel te nemen.

De verdeling van arbeid en zorg tussen mannen en vrouwen is nog steeds onevenwichtig. Voldoende, toegankelijke kinderopvang, ook voor schoolgaande kinderen, zal vrouwen beter in staat stellen hun keuze voor economische zelfstandigheid te verwezelijken.

De verdere verlaging in 1998 van het tekort op de rijksbegroting en de vermindering van de schuldquote zijn van meer dan cijfermatige betekenis. De daling van de rente-uitgaven die daardoor mogelijk wordt, schept financiële ruimte voor nieuwe prioriteiten. De gunstige economische situatie maakt het mogelijk om nu omvangrijke bedragen te reserveren voor de toekomst. Met het oog op onze oudedagsvoorziening wordt een substantiële bijdrage geleverd aan het AOW-fonds. Voorts worden middelen gereserveerd voor de financiering van noodzakelijke investeringen in de infrastructuur in ruime zin.

Volgend jaar zal opnieuw een aanzienlijke lastenverlichting worden doorgevoerd. Voor burgers betekent dat onder meer een verlaging van het geheel van belastingen en premies en een korting op de gemeentelijke milieuheffingen. Mede door deze maatregelen gaan vrijwel alle groepen van [ 100 ]de bevolking er in koopkracht op vooruit. Ouderen met alleen AOW of met daarnaast een klein aanvullend pensioen krijgen een extra voordeel. Met de koopkracht-ondersteuning wordt voortzetting van een verantwoorde loonontwikkeling bevorderd. De overgang van een uitkering naar werk wordt fiscaal ondersteund. De arbeidskosten aan de onderkant van de arbeidsmarkt zullen verder worden verlaagd. De lastenverlichting voor bedrijven wordt voorts gericht op economische innovatie, verbetering van het milieu en bevordering van scholing en opleiding.

De snel voortschrijdende internationalisering en het wegvallen van de Europese binnengrenzen maken structurele aanpassingen van ons belastingstelsel nodig. Doelstellingen daarbij zijn het goedkoper maken van arbeid, het vergroten van de economische dynamiek en het stimuleren van milieubewust gedrag. De regering zal binnenkort een nota aan u voorleggen waarin de hoofdlijnen van een nieuw stelsel worden verkend.

De gunstige sociaal-economische ontwikkelingen zijn mede te danken aan de stabiele arbeidsverhoudingen in ons land. Kenmerk van ons overlegstelsel is dat, met erkenning van uiteenlopende belangen en onder behoud van eigen verantwoordelijkheden, wordt gezocht naar wegen om het gezamenlijke belang te realiseren. De regering vertrouwt erop dat langs de weg van overleg ook in de komende jaren kan worden verdergewerkt aan de oplossing van de belangrijke sociale en economische vraagstukken die zich aan ons voordoen.

De ruimtelijk-economische structuur van ons land zal in de komende jaren onze aandacht blijven vragen. Hoe zullen wij ons nationaal inkomen verdienen, waar zal dat kunnen en onder welke omstandigheden? Ingrijpende keuzen zullen noodzakelijk zijn met betrekking tot het ruimtegebrek van de zeehaven Rotterdam, de toekomst van de luchtvaart in Nederland en de economische vitaliteit van de grote steden. Het gaat hierbij om investeringen in de fysieke infrastructuur, de ruimtelijke kwaliteit en het stedelijk leefklimaat, maar ook om investeringen in kennis. Het behoud van open ruimten en landschappen, een goed onderhouden gebouwd erfgoed en een gezond leefmilieu zijn voorwaarden waarbinnen de pldnnen voor wonen, werken en vervoer zullen moeten passen. Ook de programma’s voor de bereikbaarheid van de grote steden, de verbetering van het openbaar vervoer en de beïnvloeding van de transportstromen maken deel uit van deze afweging.

Recent onderzoek toont aan dat de druk op het milieu, ondanks de groeiende economie, op vele terreinen daalt. De inspanningen van de afgelopen jaren werpen dus vruchten af. Om deze ontwikkeling vast te houden en verdere verbeteringen te bereiken, zullen aanvullende inspanningen nodig zijn, in binnen- en buitenland. Deze zullen in de eerste plaats gericht moeten zijn op het ontwikkelen van producten en processen die de omgeving minder zwaar belasten. Wanneer de milieukosten beter in de prijzen van goederen en diensten tot uitdrukking komen, zal het zoeken naar milieuvriendelijke oplossingen worden gestimuleerd. De basis voor dit beleid is in de nota ‘Milieu en Economie’ neergelegd.

De uitstoot van C02 vormt een apart probleem. Nog steeds leidt meer economische groei tot een hogere C02-emissie. Hierin mogen we niet berusten, omdat de gevolgen voor het klimaat te ernstig zijn. Het is nodig om wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Op de wereldklimaatconferentie eind dit jaar in Japan dienen daartoe afspraken te worden gemaakt. Nederland heeft daarvoor samen met andere Europese landen verreikende voorstellen gedaan. De [ 101 ]bevordering van investeringen in schone technologie in minder welvarende landen is van toenemend belang. Daarmee kunnen niet zelden veel gunstiger milieu-effecten worden bereikt tegen gelijke kosten.

De gezondheidszorg in Nederland staat op een hoog peil. Dat is van groot belang voor de individuele mens en voor onze samenleving als geheel. Uitgaven voor zorg zijn niet alleen kosten; zij hebben ook een grote maatschappelijke en economische waarde. De spanning tussen de groeiende vraag naar zorg en de noodzaak van kostenbeheersing zal ook de komende jaren actueel blijven. De gemiddelde levensverwachting stijgt nog steeds. Het blijft echter nodig dat verschillen in gezondheid tussen bevolkingsgroepen worden verminderd. Meer banen in de zorgsector dragen bij aan betere zorg voor de patiënt, verkorting van de wachtlijsten en een dalende werkdruk. In 1998 zal meer personeel in de verpleeg- en verzorgingshuizen en in de thuiszorg worden aangesteld. Voorts worden er middelen vrijgemaakt om de werkdruk en de wachtlijsten in de gehandicaptensector te verminderen.

Verontrustend is het toenemend aantal jongeren dat er een ongezonde levensstijl op na houdt: zij roken meer, gebruiken meer alcohol en drugs en doen te weinig aan lichaamsbeweging. Voor de aanschaf van tabaksartikelen en alcohol zal een leeftijdsgrens van 18 jaar worden. voorgesteld. Voorlichting over de gezondheidsrisico’s van druggebruik en bestrijding van de handel in drugs blijven onverminderd nodig.

Bezorgdheid over een ongezonde levensstijl brengt het belang van sportbeoefening nog nadrukkelijker onder onze aandacht. Sport is een inspiratiebron voor velen. Samen sporten kan de integratie van minderheden bevorderen. De actie ‘Sport, Tolerantie en Fairplay’ is gericht op de strijd tegen discriminatie en intolerantie.

Op de basisschool wordt het fundament gelegd voor de verdere ontwikkeling van onze kinderen. De regering heeft met ingang van het zojuist begonnen schooljaar een eerste aanzet gegeven voor kleinere klassen in de onderbouw van de basisschool, ter uitvoering van de nota ‘Onderwijs op maat’. De nieuwe examenprogramma’s van vbo en mavo geven kinderen een betere toegang tot het vervolgonderwijs. Het is van essentieel belang dat onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van leerlingen en dat het rekening houdt met de eisen die de arbeidsmarkt stelt. Om te helpen voorkomen dat jongeren zonder diploma de school verlaten, worden er extra middelen ingezet. Kennis moet worden bijgehouden. Aan leren komt daarom een vanzelfsprekende plaats in het leven toe, naast werk, huishouden en vrije tijd. De resultaten van het kennisdebat worden omgezet in het nationaal programmer ‘Een leven lang leren’. De vruchten van wetenschap en technologie bepalen in hoge mate de kwaliteit van de samenleving van morgen. Onderzoek heeft daarom speciale aandacht. Het gebruik van de computer in de school zal een grotere rol krijgen. In het onderwijs werken verhoudingsgewijs veel ouderen. Extra maatregelen worden genomen om van de kennis, inzet en ervaring van oudere leerkrachten gebruik te maken en hen op een passende wijze in het onderwijs te blijven inzetten.

Een open samenleving waarin veranderingen snel doorwerken, biedt aan velen aantrekkelijke kansen voor ontplooiing en groei, maar kan ook leiden tot sociale uitsluiting van mensen die niet mee kunnen komen. Twee jaar geleden heeft de regering een krachtig beroep gedaan op burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties om gezamenlijk met de verschillende overheden [ 102 ]vraagstukken rondom sociale uitsluiting en armoede – soms in stilte beleefd – onder ogen te zien en eensgezind aan te pakken. Aan deze problematiek wordt nu in brede kring aandacht gegeven. In een samenleving die economische vooruitgang laat zien; mag geen sociale stilstand of achteruitgang optreden. Bevordering van de arbeidsdeelname blijft vooropstaan. Een betaalde baan biedt vaak nieuwe kansen en een uitweg uit sociaal isolement. Maar niet alleen betaald werk is van belang, ook maatschappelijke participatie telt. Vrijwilligerswerk versterkt de cohesie in onze samenleving.

De inkomenspositie van burgers met een laag inkomen zal worden verbeterd door een reeks van maatregelen. Naast koopkrachtstijging over vrijwel de gehele linie heeft de regering op ruime schaal financiële middelen vrijgemaakt voor gerichte inkomensondersteuning. Op 1 juli jongstleden is de individuele huursubsidie voor veel huishoudens extra omhooggegaan. Alles zal in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat mensen die op deze voorziening recht hebben, daadwerkelijk worden bereikt. Het budget van de bijzondere bijstand wordt aanmerkelijk verruimd. Gemeenten worden daardoor in staat gesteld een gerichter beleid te voeren en meer maatwerk te leveren.

De organisatie van de politie is de afgelopen jaren versterkt. Landelijke en regionale opsporingsteams laten regelmatig goede resultaten zien. Toch blijft de veiligheid een punt van zorg. De criminaliteit neemt weliswaar af, maar nog lang niet voldoende. Verdere versterking van de kwaliteit van het Openbaar Ministerie en de politie is nodig. Een evaluatie van enkele hoofdkenmerken van het politiebestel is voorzien. Tevens zal worden nagegaan in hoeverre het politieonderwijs wezenlijke veranderingen behoeft. Bijzondere aandacht vraagt de jeugdcriminaliteit.

Het is van groot belang dat aan jongeren een toekomstperspectief wordt geboden. Zij moeten onderwijs kunnen volgen en voldoende kans op werk hebben. In aanvulling op het algemene werkgelegenheids- en onderwijsbeleid zullen de bijzondere opvangprojecten, gericht op scholing en arbeidsinspanning voor kwetsbare jongeren, worden uitgebreid. Wanneer zich ontsporingen voordoen, is snel en consequent optreden van politie en justitie het enige juiste antwoord.

In het beleid ten behoeve van grote steden zetten Rijk en gemeenten zich samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties in voor versterking van de economische bedrijvigheid, werkgelegenheid en sociale cohesie in wijken en buurten. Op grote schaal worden inburgeringsprogramma’s uitgevoerd ter bevordering van de integratie van nieuwkomers. Ook de veiligheid en de verbetering van de leefomgeving moeten hier worden genoemd; een verantwoordelijkheid waaraan politie, brandweer en stadswachten met des te meer resultant kunnen werken indien zij mogen rekenen op de actieve steun en betrokkenheid van alle burgers. In de bestuurlijke organisatie staan de kwaliteit van het openbaar bestuur op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau en een goede democratische controle centraal.

In een dynamische samenleving vormen recht en rechtspraak een belangrijk anker. Het beroep op de rechtspleging wordt steeds groter. De rechterlijke organisatie behoort opgewassen te zijn tegen de eisen die in de komende tijd aan haar worden gesteld. De veranderingen die daarvoor nodig zijn vormen onderwerp van nadere overweging. De toegankelijkheid van de rechtspraak moet