Uit stilte en strijd/Rumoer
← Het orgel | Uit stilte en strijd (1909) door Carel Steven Adama van Scheltema | Bekentenis → |
Uitgegeven in Rotterdam door W. L. & J. Brusse. |
[ 52 ]
XXV.
RUMOER.
Het leven is te hard van geluiden,
De menschen doen te druk: —
Om een ander wat doms te beduiden
Verpraten ze hun eigen geluk!
De menschen doen te druk: —
Om een ander wat doms te beduiden
Verpraten ze hun eigen geluk!
In plaats van de vruchten te smaken,
Gooien ze elkaar met de schil,
Ze praten om maar leven te maken —
En de wereld is zelf toch zoo stil!
Gooien ze elkaar met de schil,
Ze praten om maar leven te maken —
En de wereld is zelf toch zoo stil!
Ze konden het eindelijk wel weten
Dat geeneen het in woorden vindt,
En dat, waar ze hun woorden vergeten,
Het leven pas waarlijk begint!
Dat geeneen het in woorden vindt,
En dat, waar ze hun woorden vergeten,
Het leven pas waarlijk begint!