Vergeten liedjes/Zij zijn het die zich-zelf niet weten
← Patet via | Vergeten liedjes (1910) door P.C. Boutens | Winter-stad → |
Uitgegeven in Bussum door C.A.J. van Dishoeck. |
[ 27 ]
„ZIJ ZIJN HET DIE ZICH-ZELF NIET WETEN”
Gij kunt u-zelf niet raden
Als ik u weet, als ik u weet,
Hoog achter woord en daden,
Ver boven vreugd en leed.
Als ik u weet, als ik u weet,
Hoog achter woord en daden,
Ver boven vreugd en leed.
Geen ster van God zoo vast en klaar
In Hemels heir, in Hemels heir;
Geen ding op aard zoo diep en waar
Waar ik mijn oogen keer'...
In Hemels heir, in Hemels heir;
Geen ding op aard zoo diep en waar
Waar ik mijn oogen keer'...
Ik wil u wel gelooven
Als gij 't mij zegt, als gij 't mij zegt:
Ook gij, gij mint mij boven
Der menschen maat van goed en slecht...
[ 28 ]
O dubbelvoudig wonder
Dat liefde heet, dat liefde heet,
Dat, de'ander in zich, zonder
Den ander zich niet weet.
Als gij 't mij zegt, als gij 't mij zegt:
Ook gij, gij mint mij boven
Der menschen maat van goed en slecht...
[ 28 ]
O dubbelvoudig wonder
Dat liefde heet, dat liefde heet,
Dat, de'ander in zich, zonder
Den ander zich niet weet.