Zingende stemmen/Aan die komen

[ 18 ]
 

AAN DIE KOMEN

 

Gedenkt, gij kinderen van vrede,
Bloemen aan den boom van geluk,
Gedenkt het vreeslijk verleden,
Gedenkt die de aarde voor u kneedden
Als de wortelen van uw geluk!

Gedenkt, gij lachenden, levensblijden,
Het geluid op aarde van den schrik
En luistert aan den afgrond der tijden
Naar den kreet van die uw ziel bereidden —
Als naar de echo van een snik.

Gedenk, gij gezegenden en gezonden,
Hen die vielen voor uw blijde eeuw —
Zie hun gelaat en wilde wonden,
Zie het zwarte gat hunner monden,
Nog open voor een laatsten schreeuw!

Gedenkt gij de smeekende oogen
En al de stamelende pijn
Van die, verbrijzeld en bloedovertogen,
Langzaam den donkeren dood inzogen —
Gedenkt gij die uw verlossers zijn!

[ 19 ]


Gedenkt gij den dreun van hun schreden,
Tast terug in den donkeren vloed
Van die de' ijzeren strijd voor u streden,
Tast terug in het zinkend verleden —
Dat uw hand nog drupt van hun bloed!

Gedenkt die, wat zij deden en zagen
Nimmer meer wischten uit hun geest,
Die door al hun gruwlijke dagen
Aller gruwelen bleven dragen —
Gedenkt de gewonden van geest!

Gedenkt ons, die állen vochten,
Gedenkt ons áller bitteren strijd,
Gedenkt ons, die den weg voor u zochten,
Gedenkt ons, die nog niet vinden mochten —
Gedenkt, gedenkt onzen blinden tijd!