Da Costa/Aan Willem de Clercq

[ 466 ]

AAN WILLEM DE CLERCQ,
BY GELEGENHEID ONZER VERJAARDAGEN (Jan. 13 en 14) IN 1843

   De hand van God
   verbond ons lot.
Wie zal het rukken van elkaêr?
   Wat eenmaal stond,
   door Hem gegrond,
blijft eeuwig vast, blijft eeuwig waar.
   Eens Heilands trouw
   kent geen berouw.
Wie zal ons scheiden van dien Heer?
   Geen tegenspoed,
   geen overvloed,
geen smaad, geen haat, geen gunst of eer.
   Geen volksgedruisch,
   geen Ridderkruis,
geen leed, geen nood, geen dood of graf
   staat Hy naby
   en ons ter zij,
die zich voor ons ten losprijs gaf.
   „Dat Hy bewaar!”
   blijf voor elkaêr
’t gebed des harten tot aan ’t end;
   ’t gebed tot Hem,
   die naar de stem
des toevlucht zoekenden zich wendt.
[ 467 ]   Wy hebben ’t Woord!
   Het word’ gehoord,
geloofd, bewaard, doorzocht, onthuld.
   en in genâ,
   ’t zij vroeg of spâ,
aan ’t geen ons hart bemint, Zijn Naam ter eer, vervuld!

1843.