Da Costa/Aan vrouwe Groen van Prinsterer
< Da Costa
← Orléans | Da Costa's Kompleete Dichtwerken (1876) door Da Costa | Aan Willem de Clercq → |
Uitgegeven in 's-Gravenhage door D. A. Thieme. |
[ 466 ]
AAN VROUWE GROEN VAN PRINSTERER,
GEBOREN VAN DER HOOP.
IN HAAR ALBUM.
En gy zult Zijnen naam JESUS heeten, wan Hy
zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden.
Matth. I: 21.
zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden.
Matth. I: 21.
Vijf letters!… maar Gods liefde — ons heil — daarin besloten! —
O leeft het in ons hart? Wat zal ons onderstooten
van de onuitspreekbre hoop, wier vastheid dan recht blijkt,
als 't zichtbre wegzinkt, als ons vleesch en hart bezwijkt?
O leeft het in ons hart? Wat zal ons onderstooten
van de onuitspreekbre hoop, wier vastheid dan recht blijkt,
als 't zichtbre wegzinkt, als ons vleesch en hart bezwijkt?
1842.