Da Costa/Lofzegging (1843)
< Da Costa
← Aan mijn oudsten zoon | Da Costa's Kompleete Dichtwerken (1876) door Da Costa | Aan eene vriendin → |
Uitgegeven in 's-Gravenhage door D. A. Thieme. |
[ 467 ]
LOFZEGGING.
Ja, Hem, die ons heeft lief gehad, zij de eer,
het Lam van God en aller heeren Heer!
en aan den Geest, te zamen Een en Zeven,[1]
uit Wien de volheid stroomt van Liefde en Leven!
[ 468 ] en aan Die is, Die was, Die wezen zal!
drieëenig God, die, Schepper van ’t Heelal,
zich menschen kocht ten scheppings-eerstelingen,
om voor den troon Zijn Godheid lof te zingen;
een lof, die nooit een Engel brengen mocht! —
door ’t bloed des Lams zijn zondaars vrijgekocht.
het Lam van God en aller heeren Heer!
en aan den Geest, te zamen Een en Zeven,[1]
uit Wien de volheid stroomt van Liefde en Leven!
[ 468 ] en aan Die is, Die was, Die wezen zal!
drieëenig God, die, Schepper van ’t Heelal,
zich menschen kocht ten scheppings-eerstelingen,
om voor den troon Zijn Godheid lof te zingen;
een lof, die nooit een Engel brengen mocht! —
door ’t bloed des Lams zijn zondaars vrijgekocht.
- ↑ Openb. I : 4.